Aston Martin Rapide

De eerste Aston Martin Rapide verschijnt in 2010

Het Oostenrijkse bedrijf Magna Steyr werd vooral bekend als producent van terreintoegankelijke voertuigen die in opdracht van verschillende fabrikanten geproduceerd werden. In zijn fabriekshallen in Graz ontstonden de Mercedes-Benz G-klasse, de BMW X3 en de modellen van het merk Jeep. Later kwamen daar nog kleinere cross-overs zoals de Mini Countryman bij en sportieve cabriolets zoals de Saab 9-3. Anders dan bijvoorbeeld de Duitse concurrent Karmann, produceerden de Oostenrijkers eerst helemaal geen sportauto’s. Dat veranderde in 2010, toen rolden in Graz de eerste coupés van de serie Peugeot RCZ van de band. Het loonde zich voor Peugeot namelijk niet om een eigen productiestraat voor de grote sportcoupé op te zetten, gezien de wat kleine productie-eenheden. De Britse sportautofabrikant Aston Martin zat in ongeveer hetzelfde schuitje. Aangezien Aston Martin’s oude hoofdkantoor in 2007 gesloten was, onderhandelden de Britten met Magna Steyr over de productie van hun nieuwe sportsedan Aston Martin Rapide. Deze werd uiteindelijk in Graz gebouwd en bereikte in 2010 de eerste klanten.

De Aston Martin Rapide is het eerste vierdeursmodel van de fabrikant sinds 1989

Met de Aston Martin Rapide presenteerden de Britten voor het eerst sinds 1989 weer een vierdeurs sportauto. De Aston Martin Lagonda die tot 1989 geproduceerd werd, was namelijk de laatste sportauto die vier deuren had. Hiermee volgde Aston Martin net als andere sportautoproducenten de trend om sportsedans te creëren die voldoende ruimte boden voor vier passagiers. De Aston Martin Rapide deelde veel technische en constructieve elementen met de sinds 2003 geproduceerde coupé Aston Martin DB9. Ook de vormgeving van de carrosserie moest duidelijk maken dat de Aston Martin Rapide verwant was aan deze coupé. Het ovale radiatorrooster, de druppelvormige koplampen en de ronde vormgeving van de achterkant waren georiënteerd aan de Aston Martin DB9. De verschillen tussen de twee series lieten zich vooral in de afmetingen zien. De Aston Martin Rapide was namelijk duidelijk groter dan de coupé. De wielbasis groeide zo’n 30 centimeter naar ongeveer drie meter en de auto had een totale lengte van iets meer dan vijf meter. Hierdoor beschikte de Aston Martin Rapide over twee volwaardige achterzitplaatsen of een laadvolume van circa 750 liter (wanneer je de achterste zitplaatsen neerklapte). De fabrikant rustte de Aston Martin Rapide uit met een V12-motor met een prestatievermogen van 350 kW (477 pk). Daarmee kon de sedan een maximumsnelheid van meer dan driehonderd kilometer per uur halen.