Audi TT

Goeie redenen

• De TT van Audi is weliswaar wat normaler van design geworden vergeleken met de eerste versie, die de mosterd haalde bij de Auto Unions uit het interbellum, althans de sportieve versie. Toch is deze Audi een bijzondere coupé, zeker als hij de Quattro-vierwielaandrijving heeft.

• Dat levert tonnen rijplezier op, en daarbij hoef je niet eens te kiezen voor de zwaarste motor.

• Bovendien heeft de TT voor twee reislustige passagiers een behoorlijk grote kofferruimte, mits de achterbank is neergeklapt.

Alle belangrijke gegevens over de Audi TT

De Audi TT is er alleen met een gerobotiseerde automaat en dat is uitstekend nieuws. Audi zegt wel dat zijn TT een auto is met vier zitplaatsen, maar achteraan is het niet bepaald prettig toeven. De cabrioversie moet inleveren op kofferruimte: geen neerklapbare achterbank en het stoffen dak moet opgeplooid ergens heen. Die kap is een bijzonder goed isolerende kap, die windgeluiden prima buiten houdt.

Motoren

De diesel is verdwenen, er zijn nog een handvol benzinemotoren: een 2.0-viercilinder in de 40 TFSI, die 197 pk sterk is, en de 45 TFSI, die levert 245 pk uit hetzelfde blok haalt. De TT S gebruikt eveneens een 2.0-viercilinder en is 320 pk sterk. Die TT S levert het meest homogene pakket af als je de TT als een sportauto wil beschouwen en gebruiken. De 2.5-vijfcilinder levert zomaar even 400 pk, naast een wonderbaarlijke sound en geeft auto’s met meer renommee vaak het nakijken.

Afmetingen

De TT is een compacte coupé, met twee deuren plus een grote achterklep. In totaal is hij 4,2 meter lang, 1,82 meter breed en 1,35 meter hoog. De TT zet 1.245 kilogram op de weegschaal, naargelang de uitvoering kunnen daar een paar kilo’s bijkomen. De cabrioversie heeft gelijklopende maten, maar is een kleine 100 kilogram zwaarder

Uitvoeringen

Er staan behoorlijk wat letters en cijfers op de achterkant van een Audi. Ook bij de TT is dat het geval. Dat begint al met TFSI, waarbij de T voor Turbo staat en de FSI voor directe inspuiting. De cijfers geven een pk-range weer: als er 40 staat voor een vermogen dat rond de 200 pk cirkelt, 45 voor vermogens tussen 230 en 250 pk. De S en de RS, wegens hardcore, krijgen die type-aanduiding niet. Daar hoort iedere liefhebber te weten dat het respectievelijk om 320 en 400 pk gaat.

Voorts kan je bij de Audi TT nog kiezen tussen voor- en vierwielaandrijving, bij Audi Quattro genoemd. Er is altijd een S-tronic-automaat met dubbele koppeling, die doet voortreffelijk zijn werk. Je hebt een Competition en een S-Line-pack, en wie zijn TT nog meer van het pak wil laten onderscheiden, mag in de behoorlijk lange en prijzige optielijst gaan shoppen. In totaal staan er 13 TT’s op de prijslijst.

Nieuw- en tweedehandsprijzen

De goedkoopste Audi TT (40 TFSI S tronic, 192 pk), moet 42.310 euro opleveren, de duurste, (2.5 TFSI S tronic RS) kost 78.020 euro. De versie die wij het leukst vinden, de TFSI S tronic S (320 pk) heeft een prijskaartje waarop 62.470 euro geschreven staat. Op de tweedehandsmarkt beginnen de prijzen van deze generatie vanaf zo’n 20.000 euro.

Design-highlights en interieur

De iconische eerste TT, die nog in het MoMa in New York tentoongesteld werd, heeft veel van zijn uitgesproken designdetails in de verschillende facelifts verloren.

Exterieur

DE TT is in zijn coupévariant meer een Audi onder de Audi’s, met een zeer herkenbaar radiatorrooster, de koplampen hebben nu de dagrijlichten met 3D-effect, en de fraai aflopende achterzijde eindigt in ledachterlichten, zowat de enige erfgenamen van het oerontwerp. Het design is nu vooral een oefening in efficiënte aerodynamica, met een (bescheiden) splitter aan de voorkant, een diffuser achteraan, plus optische joekels van uitlaten. De cabrioversie heeft een fraaie kap, die al even fraai verdwijnt zonder dat het silhouet er onder te lijden heeft. De rolbeugels achter de stoelen zijn een typisch accent.

Interieur

Audi was bij de eerstn om met een virtuele boordplank te experimenteren en nu is dat concept helemaal uitgepuurd, zodat een scherm op de middenconsole overbodig is. Daar staan nu mooi vormgegeven luchtroosters, eronder een sober vormgegeven controlepaneel, op de middentunnel vinden we de pook en een selectieknop. Eenvoudig, doelmatig, efficiënt. De verdere afwerking staat op een minstens even hoog niveau en de stoelen zitten geweldig.

Rijhulp en veiligheid

Helemaal bij de tijd kan je de TT niet meer noemen. Zo is er geen adaptieve cruise control, voor Europa en zijn regelgeving een kleine ramp, maar in ons zenuwachtige verkeer is het eerder een voor- dan een nadeel. Maar door van de boordplank een interactief scherm te maken, heeft de chauffeur zijn blik wel constant op het verkeer gericht. Er is evenmin veel gesukkel doorheen de menu’s en vooral geen aanraakscherm, dat heeft in een auto alleen maar nadelen. Voorts heeft Audi met een uitstekende Quattro-aandrijving vooral in de actieve veiligheid geïnvesteerd en tel daar ook maar de performante remmen bij.

Alternatieven

De sportieve coupé in een bedreigde autosoort in autoland geworden, waar de diversiteit al langer onder druk staat. Nissan bijvoorbeeld biedt zijn Z voorlopig niet meer in Europa aan, een vreselijke aderlating voor de petrolheads. Als TT Coupé mag Audi in de eigen familie met de Porsche 718 afrekenen, en dan is er de Alpine A110. Toyota heeft een Supra in de aanbieding, met onder meer een zescilinder van BMW.

En nu we het toch over de Duitsers hebben: de BMW Z4, over wiens einde ook al druk gespeculeerd wordt, is een geduchte concurrent voor de TT Cabrio, met dit voordeel dat je met de Z4 over een echte roadster spreekt. Maar tweezitscabrio’s zijn zo mogelijk nog een meer bedreigde autosoort.