Interesse in een Cadillac STS
Alle artikelen
Eerste contact: Cadillac ATS – Nog een beetje geduld
Special: Renault – Paleis 5 – Fluence en Clio Grandtour en RS zijn de sterren bij Renault
Special: Seat – Paleis 9 – Olé, olé voor Leon en Toledo
Test: Mini Countryman Cooper d – De geest en de letter
Mazda CX-60 e-Skyactiv PHEV: eerste keer, goede keer?
Test: Mercedes E-Klasse, van taxi tot iPad (2023)
De Cadillac STS is de eerste wagen ooit die uitgerust is met de Magnetic Ride Control ophanging en gaat daarbij zelfs Corvette en Ferrari voor.
Een eerste facelift in 2004
Vanaf 2004 is de Cadillac STS verkrijgbaar met een V6 of V8-motor. Beide uitvoeringen worden gedragen door dubbele bovenliggende nokkenassen met VVT. Dit alles rust op wielen met een basis van 2.957 mm. De wagen is minder lang dan zijn voorvader de Seville, maar slaagt er desondanks in zowel bestuurder als passagiers een ruimer interieur te bieden. Het interieur ondergaat een grondige facelift in 2008, met onder meer een compleet nieuwe binnenbekleding en een eveneens nieuw stuur.
Cadillac STS 2008, verrassend nieuwe elementen
Het 2008 model trekt direct de aandacht met zijn 4,2 cm langere wielbasis. Deze Cadillac wordt aangedreven door een 3.6 L V6-motor met directe injectie. Alle 302 pk die zo worden opgewekt, worden vervolgens doorgegeven door een zestraps automatische transmissie. Deze uitvoering gaat prat op sterk verbeterde veiligheidsvoorzieningen, met onder meer een blinde vlek camera en een verbeterd stabiliseringssysteem. Wat het comfort in de binnenruimte betreft, kunnen een aantal exemplaren rekenen op de zogenaamd 'geventileerde zetels'. Daarbij mag men als bestuurder rekenen op een geordend dashboard, duidelijk leesbare meters en zelfs een infotainmentscherm van 8 inch. Om verblinding te vermijden, kan dit laatste ook nog tot 15 graden worden gekanteld.
De laatste Cadillac STS ooit, rolt in 2011 van de band. Wie dit raspaard graag het zijne wil noemen, kijkt eens goed rond bij de tweedehands modellen. Met een gebruikte auto van dit kaliber zit men immers, letterlijk en figuurlijk, altijd goed.