Citroen C-Crosser

De Citroën C-Crosser rolt als compacte SUV in 2007 voor het eerst van de band

Met zijn in 1994 geïntroduceerde grote sedan Evasion, de voorloper van de MPV Citroën C8, verzamelde de tot het Franse Peugeot-concern behorende autoproducent Citroën ervaringen met voertuigen die samen met buitenlandse partners ontwikkeld werden. Bij de zogenaamde Euro-Van werkten de Fransen samen met de Italiaanse autoproducent Fiat. Met de gemeenschappelijke basis moesten aan de ene kant kosten bespaard worden. Aan de andere kant ging het er ook om, om zo snel mogelijk een model op de in de jaren ’90 opbloeiende markt van de gezinsvriendelijke grote sedans te kunnen presenteren. In het korte tijd later steeds geliefder wordende voertuigsegment van de Sport Utility Vehicles (SUV) dacht de Franse autoproducent minder goede kansen te hebben. Deze inschatting veranderde pas met de opkomst van de compacte SUV’s, die lichter en zuiniger waren en in toenemende mate de rol van MPV’s als gezinsvoertuigen over begonnen te nemen. Het ging producent Citroën en het moederconcern Peugot er nu vooral nog om, om een partner met de nodige know-how te vinden. De keuze viel op de Japanse producent Mitsubishi, die belangrijke SUV-technologieën leverde voor de in 2007 voor het eerst van de band rollende Citroën C-Crosser.

De Citroën C-Crosser wordt als zevenzitter gebouwd

Technisch gezien was de Citroën C-Crosser erg identiek aan de tweede generatie van de Mitsubishi Outlander, die net als de C-Crosser voor de Europese markten in Nederland geproduceerd werd. Qua design waren de verschillen tussen de modellen niet zo zeer aan de klassiek vormgegeven achterkant van de compacte SUV waar te nemen, maar veel meer aan de voorkant van de auto, die bij de Citroën C-Crosser het voor deze tijd karakteristieke Citroën gezicht liet zien. Voor de passagiers had de 4,65 meter lange en 1,80 meter brede Citroën C-Crosser drie zitrijen die plaats boden voor maximaal zeven passagiers. Als vijfzitter had de Citroën C-Crosser bij een neergeklapte achterzitbank zo’n 440 liter laadvolume ter beschikking. Dit liet zich nog vergroten tot maximaal 1140 liter door de andere zitplaatsen achterin de auto ook neer te klappen.

De motoruitrusting van de Citroën C-Crosser

De Citroën C-Crosser werd standaard met vierwielaandrijving geleverd die zelf ingeschakeld kon worden. In de normale aandrijfmodus werden alleen de voorwielen aangedreven. Voor de meeste Europese markten werd de Citroën C-Crosser met een door Peugeot-Citroën ontwikkelde dieselmotor met een cilinderinhoud van 2,2, liter gebouwd. De dieselversie die voldeed aan de Euro4-norm had een prestatievermogen van 115 kW (156 pk) en werd gecombineerd met een handgeschakelde zesversnellingsbak. Het totale brandstofverbruik lag op 7,2 liter (191 g/km CO2).