Citroën Saxo

Goede redenen

• De Citroën Saxo woog destijds nog geen 1.000 kilogram. Met een gewicht van 780 kilogram was hij in staat tot redelijke prestaties voor een auto van zijn kaliber. Jammer genoeg was de Franse comfortfactor ook aanwezig waardoor de rijprestaties altijd wat verborgen bleven.

• Die strakke prestaties kwamen vooral naar boven in de VTS-versies. Die kregen liefst 90 en 120 pk op de voorwielen, wat voor zweethandjes durfde zorgen bij sommige beginnende chauffeurs.

• Daarbovenop kwam nog eens dat Citroën eind jaren 90 de goedkopere van het duo Peugeot 106 - Citroën Saxo was. Dat maakte dat er best wat Saxo’s verkocht zijn.

Alle belangrijke gegevens over de Citroën Saxo

Motoren

Over de carrière van de Citroën Saxo heen zijn er een aantal motoren in het aanbod verschenen en verdwenen. Zo begon de kleinste Citroën met een 1.0 benzinemotor aan de reis, een versie die na de facelift vervangen werd door een 1.1i. 50 pk werden er 60, terwijl het verbruik nog steeds beperkt bleef tot 6,5 l/100 km. Je moest er wel geduld mee hebben, de 0-100 lukte in 15,7 seconden, tegenover 20 seconden bij de 1.0. De 1.5 D dieselversie met 68 pk deed niet beter, maar verstookte maar 5,5 l/100 km aan brandstof.

De krachtigere versies kwamen pas met de 1.4- en 1.6-motoren. De eerste kreeg 75 pk, in de zestienhonderd zat minstens 90 pk. Wie een zestienklepper bestelde, kreeg de 1.6 ook met 120 pk. Die laatste deed een 0-100’je i 8,7 seconden, al waren het vooral de eerste meters die interessant waren vanwege de lichte koets. Het normverbruik lag natuurlijk een stuk hoger; 7,3 l/100 km voor de versie met 90 pk, 8,5 l/100 km voor de 1.6 16v met 120 pk.

Er was ook een tijdje een elektrische versie van de Saxo beschikbaar, maar dat was eerder een showmodel dan dat Citroën er echt grote volumes mee wist te draaien.Hij kreeg een 11 kW sterke motor mee en had een topsnelheid van 91 km/u. De actieradius bedroeg een schamele 80 kilometer.

Afmetingen

De Saxo viel met zijn 3,72 meter lengte pal in het midden van het stadswagensegment. Hij mat ook 1,6 meter breed en 1,38 meter hoog. De bagageruimte bleef beperkt, met een minimum van 280 liter, en een maximum van 953 liter.

Uitvoeringen

Aangezien het de goedkoopste Citroën van zijn tijd was, en ook de goedkoopste van het Peugeot/Citroën-duo, durfde Citroën al eens met speciale versies gooien. Zo was er de Saxo Bic, met speciale striping en aparte interieurtoetsen in de stijl van het balpennenmerk. Verder waren er ook uitrustingslijnen met de weinig inspirerende namen X, SX, VSX en uiteindelijk ook de VTR en VTS. Ook een Exclusive-versie was er, voor wie graag wat chiquer voor de dag kwam, al viel dat wel mee in deze Citroën. In zijn laatste dagen werd de Saxo ook als ‘First’ gesleten, die versie kreeg een kleine motorisatie maar mocht wel uitpakken met de bodykit van de VTS.

Tweedehandsprijzen

De Citroën Saxo zit in de categorie van de wagens die je voor een appel en een ei kan kopen, en als je pech hebt vind je er dan ook nog ergens een appel en een ei in terug. Voor 1.000 euro koop je al een degelijk exemplaar met zowat 100.000 kilometer op de teller, ideaal voor wie weinig geld wil geven aan een auto, of voor wie de kinderen wil leren rijden.

Design-highlights en interieur

Met de komst van de Saxo wilde Citroën het hoekige van de AX doen vergeten, al bleek dat niet helemaal uit de naamgeving. De Saxo werd alvast ronder en braver. Citroën kreeg in die periode weinig vrijheid om hun creativiteit los te laten op het model, waardoor de auto er wat anoniem uit kwam te zien. Opvallend was wel de hoge plaatsing van de nummerbordhouder achteraan tussen de achterlichten. Bij de facelift was er meer te zien; de vierkante koplampen maakten plaats voor rondere exemplaren, terwijl de grille voortaan deel uitmaakte van de motorkap.

Binnenin werd dat probleem minder fel ervaren. De malse zetels boden voldoende steun en de knopjes zitten op logische plaatsen. Achterin was het wat krap. De grote raampartijen en dunne raamstijlen zorgden ervoor dat het zicht rondom voortreffelijk was.

Rijhulp en veiligheid

Destijds in 2000 gooide Euro NCAP de Citroën Saxo al tegen de muur om daarna de sterren te gaan oprapen. Daar waren ze bij de Saxo snel mee klaar, want de wagen scoorde matig met slechts twee sterren voor zowel veiligheid van inzittenden als van voetgangers. Dat kwam omdat Citroën niet breed strooide met veiligheidsitems voor deze Saxo.

Alternatieven

Toen de Saxo op de markt kwam waren er de Opel Corsa en de Volkswagen Polo als concurrenten, al waren ze iets kwalitatiever dan de Fransman. Verder waren er ook de Kia Picanto, Fiat Punto en Toyota Yaris als alternatieven.