Jaguar S-Type

In 1999 brengt Jaguar een heruitgave van de S-Type op de markt

William Lyons, de medeoprichter van de luxe Britse autofabrikant Jaguar, was in de jaren ’50 zeer bepalend voor het imago van het merk en het uiterlijk van de modellen. Tot in de jaren ’60 hoorden ronde carrosserievormen, ronde koplampen en een ovaal radiatorrooster tot de uiterlijke kenmerken van de traditionele autofabrikant. In 1963 presenteerden de Britten met de Jaguar S-Type één van de laatste modellen die met deze kenmerken ontworpen was. De stylisten vonden een dergelijk ontwerp al niet meer per se een goed idee. Maar dertig jaar na de productiebeëindiging van de Jaguar S-Type serie had deze beoordeling zich echter veranderd. De ontwerpers verklaarden het teruggrijpen naar klassieke vormen nu voor iets avant-gardistisch. Het was het begin van de retrogolf en de inmiddels bij het Ford-concern horende constructeur koos ervoor om in 1999 een heruitgave van de Jaguar S-Type op de markt te brengen.

De eerste generatie van de Jaguar S-Type (1963-1968) als Classic Car

Van de eerste generatie van de Jaguar S-Type rolden tussen 1963 en 1968 circa 25.000 exemplaren van de band. Daarmee waren de sedans, die vandaag de dag als Classic Car gewild zijn, gezien de korte bouwtijd absoluut een verkoopsucces voor Jaguar. De Jaguar S-Type uit dit tijdperk werd aangeboden in twee motorvarianten met een cilinderinhoud van 3,4 liter en 3,8 liter. Met de kleine motor had de sedan een prestatievermogen van 157 kW (213 pk) en haalde hij een snelheid van maximaal 190 kilometer per uur. De grotere motor gaf de Jaguar S-Type een prestatievermogen van 164 kW (223 pk), dat was voldoende om een topsnelheid van iets meer dan 200 kilometer per uur te kunnen halen. De laatste exemplaren van de Jaguar S-Type uit de eerste generatie rolden in 1968 van de band, daarna stond er met de Jaguar XJ een opvolger klaar.

In 1999 verschijnt er een heruitgave van de Jaguar S-Type

Toen na de eeuwwisseling de modelcollectie van Jaguar uitgebreid moest worden met middenklasse modellen, werd er met de Jaguar X-Type een sedan ontworpen naar het voorbeeld van grote sedans. Tegelijkertijd werd er aan een project gewerkt waarbij een soort retromodel ontworpen werd die met zijn vier ronde koplampen en het ovale radiatorrooster aan de vormen van de jaren ’50 moest herinneren. In 1999 was deze nieuwe Jaguar S-Type klaar om in serieproductie te gaan. De vierdeurs sedan was 4,90 meter lang, 1,82 meter breed en beschikte over een wielbasis van circa 2,90 meter. Met deze maten was hij duidelijk compacter dan de sedans uit de serie Jaguar XJ. De Jaguar S-Type van de tweede generatie werd tot 2008 geproduceerd en werd daarna opgevolgd door de Jaguar XF.

De motoren van de Jaguar S-Type

Gedurende zijn bouwperiode werd de Jaguar S-Type als benzine- en dieselmodel aangeboden met zes verschillende prestatieniveaus. De V6-modellen met een cilinderinhoud van 2,5 en 3,0 liter hadden een prestatievermogen tussen 150 kW (204 pk) en 180 kW (240 pk). Verder werd de Jaguar S-Type ook uitgerust met V8-motoren met een prestatievermogen tot maximaal 300 kW (410 pk). In 2004 werd de motorencollectie gecompleteerd met een twinturbo dieselmotor met 154 kW (210 pk).