Jaguar X-Type

De Jaguar X-Type is het eerste middenklassemodel van de luxe autofabrikant

Met de Jaguar X-Type bood Jaguar als traditionele fabrikant van luxe auto’s in 2001 voor het eerst een voertuig aan in het prijssegment van de middenklasse. De inmiddels door het Indiase concern Tata overgenomen Britse autofabrikant ontwikkelde zijn eerste kleine model onder regie van de toenmalige eigenaar Ford. Terwijl het design van de X-Type aansloot bij de carrosserievormen van de Jaguar XJ uit de hogere klasse en daarmee liet zien tot welk merk hij behoorde, stamde de techniek van de Ford Mondeo. Toen de X-Type geïntroduceerd werd vonden er tegelijkertijd nog twee premières plaats in de bedrijfsgeschiedenis van Jaguar: twee jaar na het begin van de productie boden de Britten voor het eerst een auto aan met een viercilinder dieselmotor en in 2004 werd met de Jaguar X-Type Estate de eerste combi gepresenteerd. Met de invoering van de zuinigere dieselmotoren lukte het de Britten om de tot dan toe wat trage verkoop van de X-Type op gang te brengen.

De productie van de X-Type gaat in 2001 van start met de vierwielaangedreven sedan

Aan het begin van de productie in 2001 werd de Jaguar X-Type vooralsnog uitsluitend als sedan met vierwielaandrijving op de markt aangeboden. Er stonden grote V6-motoren met een cilinderinhoud van 2,5 liter en 3,0 liter ter beschikking, die een prestatievermogen tussen 144 kW (196 pk) en 170 kW (231 pk) hadden en de sedans een maximale snelheid van 235 km/u gaven. Het 3,0 liter topmodel accelereerde binnen zeven seconden van nul naar honderd kilometer per uur en had een gemiddeld brandstofverbruik van 10,5 liter super (249 g/km CO2). Later verscheen er nog een V6-motor met een cilinderinhoud van 2,0 liter en 115 kW (156 pk). Na het modelonderhoud van 2007, die lichte bewerkingen aan de voor- en achterkant van de auto met zich mee bracht, bleef alleen nog maar het 3,0 liter model in de collectie. Deze was voor zowel de sedan als de combi verkrijgbaar. De nieuwere Jaguar X-Type modellen waren in de benzineversie uitsluitend verkrijgbaar met een automatische vijfversnellingsbak.

Dieselmotoren completeren de Jaguar X-Type collectie

Twee jaar na de introductie was de Jaguar X-Type dan voor het eerst ook met voorwielaandrijving verkrijgbaar in combinatie met de nieuw in de collectie opgenomen dieselmotoren. Aanvankelijk had men de keuze uit een 2,0 liter motor met 96 kW (130 pk) en een dieselmotor met een cilinderinhoud van 2,2 liter en 114 kW (155 pk) waarmee de X-Type maximaal 220 km/u kon halen en in circa negen seconden van nul naar honderd kilometer per uur kon accelereren. Het verbruik was volgens de fabrikant 6,0 liter diesel. Dat kwam overeen met een CO2-uitstoot van 159 g/km. Vanaf 2007 viel vervolgens de kleine 2,0 liter dieselmotor weg en de grotere motor werd gemodificeerd naar 107 kW (145 pk). De dieselmodellen werden uitgerust met een handmatige zesversnellingsbak of met een optioneel bestelbare automatische zesversnellingsbak.