Mercedes-Benz CLC 180

De coupé Mercedes-Benz CLC 180 hoort sinds 2008 tot een zelfstandige serie

Een open model met een klassiek stoffen cabriolet dak hoorde er in de Mercedes-Benz E-klasse net zo traditioneel bij als dat coupés bij deze serie hoorden. In de kleinere Mercedes-Benz C-klasse daarentegen, die in 1993 voor het eerst gepresenteerd werd, beperkte fabrikant Daimler zich lange tijd tot sedans en combi’s. Pas in 2000 rolden in de hoofdfabriek in Sindelfingen de eerste coupés op basis van de C-klasse van de band. De coupéversie van de Mercedes-Benz C 180 vormde hier aanvankelijk het instapmodel onder de tweedeurs modellen. In 2008 maakte Daimler van een grondige facelift gebruik om de middenklasse coupés zelfstandiger op de markt te positioneren. Daarbij hoorde een goedkopere productie door de productie te verplaatsen naar de Braziliaanse Daimler-fabriek. Tegelijkertijd koos men ervoor om de coupés voortaan in een zelfstandige serie aan te bieden. Als onderdeel van de nieuw geschapen CLC-klasse werd het model met een cilinderinhoud van 1,8 liter voortaan als Mercedes-Benz CLC 180 aangeboden.

De Mercedes-Benz CLC 180 neemt de motor van de voorganger over

Tot 2005 was het voorlopermodel van de Mercedes-Benz CLC 180, met aanvankelijk een cilinderinhoud van twee liter en een prestatievermogen van 95 kW (129 pk), het model met de instapmotor onder de C-klasse coupés. In 2002 werden de tweedeurs modellen vervolgens met compressormotoren uitgerust. Deze hadden een cilinderinhoud van 1,8 liter en een prestatievermogen van 105 kW (143 pk). Met de komst van de CLC-serie nam de Mercedes-Benz CLC 180 vervolgens vanaf 2008 weer de rol als instapmodel in, totdat een jaar later het kleinere 1,6 liter model op de markt kwam. De Mercedes-Benz CLC 180 kreeg dezelfde motoruitrusting als het voorheen C-klasse Coupé genaamde model met deze prestatiewaarden. Zijn Euro4-motor verbruikte volgens de fabrikant gemiddeld 7,5 liter brandstof, dat kwam overeen met een CO2-uitstoot van 177 g/km.