Toyota Celica (T230)

Goede redenen

• Ondanks zijn bescheiden afkomst, de Celica stond op het platform van de brave Corolla, wist de Celica een sportief rijgedrag te creëren dankzij zijn lage gewicht en zijn scherp afgesteld onderstel.

• Onder de kap liggen er ogenschijnlijk ook enkel brave motoren, maar de 1,8 liter-viercilinders van de Celica wisten dankzij variabele klep- en nokkenastiming een respectabele 143 of zelfs 192 pk voor te leggen in het geval van de T-Sport.

• Die T-Sport had een echte racewagenmotor, met een toerenbegrenzer die pas ingreep bij 8.500 toeren en een piekkoppel en -vermogen dat pas werd bereikt bij respectievelijk 6.800 en 7.800 toeren. Deze motor zou later in de Lotus Elise worden gebruikt.

• De Celica bewijst dat sportiviteit en rationaliteit ook hand in hand kunnen gaan, met een ruime koffer voor zijn klasse en bovendien een uitstekend rapport qua betrouwbaarheid. Het kan enkel lastig zijn om een mooi, origineel exemplaar te vinden.

Alle belangrijke gegevens over de Toyota Celica (T230)

Motoren

Het motorenaanbod van de laatste generatie Toyota Celica bestond volledig uit atmosferische 1,8 liter-benzinemotoren. Die pasten goed bij het lichtgewicht karakter van het model, maar kwam tegelijk ook wat tekort vergeleken met de krachtige turboversies van de vorige generatie, die tot 240 pk gingen.

De instapmotor van de Celica was de 1ZZ-FE, een motor met variabele kleptiming, die een piekvermogen van 143 pk haalde en een maximumkoppel van 172 Nm bij 4.200 toeren. Dat betekende dat je best wat toeren moest maken om op snelheid te komen, wat gelukkig werd vergemakkelijkt door een fijn schakelende manuele zesbak.

De topversie van de Celica was de T-Sport, die een samen met Yamaha ontwikkelde 2ZZ-GE-motor kreeg. Dat was eveneens een 1,8 liter-viercilinder, maar deze versie kreeg gesmede zuigerstangen, een hogere compressie en variabele nokkenastiming (VVTL-i) om een piekvermogen van 192 pk en een koppel van 180 Nm te halen. Deze motor kon tot 8.500 toeren doorgaan en zou ook gebruikt worden in de Lotus Elise en Exige. In de Celica was hij goed voor een sprint van 0 tot 100 km/u in 7,4 seconden en een topsnelheid van 225 km/u. De Toyota Corolla kreeg ook een T-Sport met compressor zoals in de Exige SC, maar deze motor werd nooit in de Celica gemonteerd.

Afmetingen

De Toyota Celica is een compacte coupé met een lengte van 4,34 meter, een breedte van 1,74 meter en een hoogte van 1,31 meter. Er zijn 4 zitplaatsen aan boord, maar achterin ontbreekt het wat aan hoofd- en beenruimte. Een praktisch voordeel aan de Celica was wel zijn grote achterklep, die inladen vergemakkelijkte voor de 365 liter grote koffer, tot 593 liter met de achterbank plat. Maar het speciale aan de Celica was wel zijn lage gewicht van zo’n 1,1 ton, wat zowel de prestaties als het verbruik ten goede kwam en wat ervoor zorgde dat het model geen zwaardere motoren nodig had.

Uitvoeringen

De Toyota Celica was enkel beschikbaar als driedeurs coupé, een cabrioversie kwam er in tegenstelling tot zijn voorganger nooit. De basisuitrusting was daarbij niet erg uitgebreid, zaken als airco of tractiecontrole zaten er standaard niet op. De T-Sport of TS was veel completer uitgerust. Het uiterlijk kon aangekleed worden met diverse accessoires van TRD.

Nieuw- en tweedehandsprijzen

De Toyota Celica T230 is een zeldzaamheid aan het worden de Belgische wegen, vooral als je een origineel exemplaar zoekt - zijn sportieve design en relatief betaalbare prijs waren en zijn aantrekkelijk voor tuners. In België staan er op het moment van schrijven (december 2022) welgeteld twee te koop, met prijzen van 2.500 tot 5.500 euro. Het duurste exemplaar is een origineel gebleven Celica met een iets hogere kilometerstand, wat een leidraad is voor de prijsstelling van de Celica op de tweedehandsmarkt. Vanaf zo’n 6.000 euro vind je in Europa originele exemplaren met een redelijke kilometerstand voor de leeftijd van het model. Een originele T-Sport met een lage kilometerstand kan tot 15.000 euro kosten.

Design-highlights en interieur

Toyota presenteerde in 1999 het XYR Concept, een spannend ogende sportcoupé met een grote achterspoiler. Later dat jaar zou de wagen vrijwel ongewijzigd in productie gaan als de zevende generatie Celica, al bleef die spoiler wel achterwege. De Celica zag er sneller uit dan hij was, maar was ook erg licht gemaakt, een eis van Toyota in die tijd voor zijn nieuwe sportwagens, waaronder ook de MR-2. Het was ook een breuk met het verleden van het model, waarbij kleine koplampen en brede achterlichten altijd deel uitmaakten van het design.

Sportief, maar niet spannend

Aan boord zat je in sportstoelen en kreeg je een sportstuur en een fijn schakelende zesversnellingsbak, terwijl Toyota ook zijn best deed om de algemene vorm van het dashboard ‘sportief’ te maken. Toch was de materiaalkeuze niet top, met goedkoop aanvoelende schakelaars en plastic elementen. Stoffen stoelen waren standaard, optioneel kon je een lederen interieur krijgen. Het zicht rondom was niet geweldig in zijn tijd, tegenwoordig zijn we veel dikkere C-stijlen gewend. De grote kofferklep en vrij ruime koffer waren wel praktisch voor een sportieve coupé van dit formaat.

Rijhulp en veiligheid

De Toyota Celica kreeg een veiligheidsscore van 4 sterren van de Amerikaanse NHTSA. Standaard kreeg je twee airbags, optioneel kon je ook nog zijdelingse airbags in de zetels krijgen. Tractiecontrole zat ook niet op elk model.

Alternatieven

In zijn tijd moest de Toyota Celica de concurrentie aangaan met de Mitsubishi Eclipse, de Volkswagen New Beetle, de Honda Integra, de Audi TT en de Hyundai Coupé. Van dit gezelschap was de Celica misschien niet de snelste of de meest luxueuze, maar achteraf gezien blijkt het wel een van de betrouwbaarste te zijn. De T-Sport-versies hebben een oliepomp die kapot kan gaan als je te vroeg terugschakelt en dus teveel toeren maakt, en de kleplifters kunnen ook defect gaan, waardoor je het extra vermogen bovenin de toeren niet krijgt.