Volkswagen LT

Emoties zoals de VW-Transporter wist de VW LT niet op te wekken. Daarvoor in de plaats scoorde de compacte transporter met voorwielaandrijving punten in de gewichtsklassen van 2,8 tot 5,6 ton met zijn grote ruimte en moderne watergekoelde motoren, die in een veranderde vorm ook voor de Audi 100 en de Porsche 924 gebruikt werden. Hoewel de VW LT voor vrijetijdsgebruik ook als camper werd aangeboden, stond bij de ontwikkeling toch steeds het bedrijfsgebruik in het middenpunt. De VW LT was in de eerste bouwgeneratie van 1975 tot 1996 met drie verschillende wielbasissen van 2,50 meter tot 3,65 meter in de collectie opgenomen als bestelauto, als platte laadbak, als chassis met een enkele of dubbele cabine, als combi met maximaal 14 zitplaatsen en optioneel in een versie met hoog dak.

De motoren van de eerste generatie van de VW LT van 1975 tot 1996

Aan het begin van de bouwserie rustte Volkswagen de VW LT aanvankelijk uit met een 2,0 liter benzinemotor met 55 kW (75 pk). Deze werd in 1983 vervangen door een sterkere 2,4 liter motor met 66 kW (90 pk). Midden jaren '80 kreeg de VW LT gemodificeerde injectiemotoren met een geregelde katalysator en een prestatievermogen van 66 kW (90 pk). De eerste dieselmotoren met een prestatievermogen van 48 kW (65 pk) werden in 1979 vervangen door een nieuw ontwikkelde dieselmotor met een prestatievermogen van 55 kW (75 pk). Vier jaar later volgden er nog twee krachtigere turbodiesels met 66 kW (90 pk) en 75 kW (102 pk).

In de tweede generatie wordt de VW LT de bestseller onder de compacte transporters

De van 1996 tot 2006 geproduceerde tweede generatie van de VW LT was een compleet nieuwe ontwikkeling die ontstaan was uit een samenwerking tussen Volkswagen en Daimer-Benz. De nieuwe VW LT met een laadruimte van maximaal 17 kubieke meter werd als korte transporter ontworpen en door Volkswagen als hetzelfde gebouwde model onder de merknaam Mercedes-Benz Sprinter geproduceerd. Samen met de Sprinter hoorde de VW LT tot de meest verkochte voertuigen uit de klasse van de compacte transporters. Als bestelauto, platte laadbak, combi en als chassis voor verschillende carrosserieën kon de VW LT uit de tweede bouwserie nu met drie verschillende wielbasissen van 3,00 meter, 3,55 meter en 4,02 meter besteld worden in de gewichtsklassen van 2,8 tot 5,6 ton.

Krachtige TDI-motoren in de nieuwe VW LT vanaf 1996

Aan het begin van de tweede bouwserie werd de VW LT als benzinemodel aangeboden met een 2,3 liter motor die van Mercedes stamde. Deze had een prestatievermogen van 105 kW (143 pk). Bij de dieselmodellen, waar meer vraag naar was, stonden er vier motoren met een cilinderinhoud van 2,5 liter voor de compacte transporter ter beschikking. Deze hadden een prestatievermogen tussen 55 kW (75 pk) en 80 kW (109 pk). De 2,8 liter modellen van de VW LT waren verkrijgbaar met TDI-Motoren met een prestatieniveau van aanvankelijk 92 kW (125 pk) en later 96 kW (131 pk). In 2000 werd het dieselpalet uitgebreid met een commonrail dieselmotor met een prestatievermogen van 116 kW (158 pk). In 2006 werd de VW LT opgevolgd door de wederom in samenwerking met Daimler ontwikkelde VW Crafter.