Volkswagen Passat CC

Goede redenen

• De Passat is al jaren een vaste waarde, zeg maar de benchmark als het gaat over de betere middenklasser. Dat is met de CC niet anders, ook al omdat hij binnen zijn prijscategorie weinig concurrenten heeft.

• Technisch zit de Passat CC prima in elkaar en je hoeft niet naar de topversie te kijken om rijplezier te maximaliseren. Met de 2.0 TSI is het prettig rijden, waarbij de auto zelden verrassend gedrag vertoont en eerder goedmoedig en comfortabel over de wegen zoeft.

• Voor zijn klasse is de Passat CC een bijzonder stille auto, vervelende geluiden, ook die rond de frameloze ruiten, worden zeer effectief uit het interieur gehouden. Zelfs de diesel protesteert niet bij hogere toerentallen, maar die zijn ook nergens voor nodig.

• De 4Motion is één van de betere aandrijvingen over de 4 wielen, voorheen Syncro geheten. Het is gebaseerd op een zelfsperrend Haldex differentieel en kort gezegd stuurt dat differentieel de kracht naar de as die daar het best mee overweg kan. Het kan voor korte tijd zelfs 100% naar de achteras. Het systeem laat een actievere rijstijl toe, het onderdrukt het onder- en overstuur karakter van de auto. Een winterrit naar de Alpen, laat maar komen.

Belangrijke gegevens

Motoren

Na zijn facelift (2012) kreeg de Passat CC nog 3 motoren ingebouwd, waarvan sommigen wel anders getuned werden. Te beginnen met de 2.0 TDI (Common Rail) 4-cilinder diesel, 16 V, turbo-intercooler, die in zijn sterkste versie 184 pk had. Daar had hij over 100 km maar gemiddeld 5 liter voor nodig, de top lag op 232 km/h. De laatste TSI 4-cilinder was 210 pk sterk, 16V, DOHC, directe inspuiting en een turbo-intercooler. Hij maakte de Passat CC 238 km/h snel en dreef, net als de diesel, de voorwielen aan, via een DSG-automaat. Helemaal bovenaan stond de 3.6 V6 TSI, 24 V, directe inspuiting, met 9.2 l verbruik niet overdreven gulzig, want 300 pk en 350 Nm sterk. Het gaf deze CC een top van 250 km/h (begrensd). De V6 werd standaard aan de 4Motion vierwielaandrijving gekoppeld via een DSG-automatische bak.

Afmetingen

De Passat CC was 4,80 m lang, 1,86 m breed, 1,42 m hoog en 1532 kg zwaar. De wielbasis was 2,71 m. In de koffer kon 532 l, in de tank 70 l. Een diesel kwam daarmee 1.400 km ver, de V6 haalde net de helft. Een Passat CC was naargelang de variant (!) tussen de 1.629 kg (V6) en de 1.507 kg (TDI) of 1460 kg (TSI) zwaar.

Varianten

Afgezien van de motoren en versnellingsbakken werden de verschillen bij de Passat CC vooral uit de optielijst gehaald en die was zo goed als oneindig. Wie als journalist een testexemplaar ging halen, kreeg daar meteen, als uitleg, twee A4-vellen met de gemonteerde opties op het testexemplaar bij, wat de auto grosso modo 20% duurder maakte.

Prijzen

Exacte prijzen van de laatste Passat CC kunnen we niet vinden maar afgaande op andere prijzen die VW voor zijn Passat hanteerde mogen we stellen dat die zich tussen de vork van € 38.000 (TSI) en de 58.000 (V6) bevonden, naargelang de aandrijving (4Motion), de motor (TDI of TSI) en de versnellingsbak (DSG, die in de laatste jaargang standaard werd ingebouwd).

Design

De 4-deurs coupé, een uitvinding van Mercedes met de CLS, is meer dan het dak een beetje lager en de achterruit schuiner leggen. De auto moet er visueel sportiever uitzien, zonder dat hij het per se is.

Buitenzijde

Hij ziet er gestrekter uit en dat heeft met de achterkant te maken. Er werden ook wat trucs gebruikt om het sportiever, meer coupé te laten uitzien. Neem de zwarte strip tussen achterruit en kofferklep, zodat die langer lijkt, idem dito voor de voorruit. Bovendien heeft hij deuren zonder frame om de ruiten en natuurlijk een maat grotere wielen. De neus van de CC veranderde nauwelijks.

Binnenkant

Keurig interieur, afgemeten en volgens het ergonomie handboek ontworpen, met een brede boordplank waaruit de middenconsole naadloos vertrekt om even naadloos in de middentunnel over te gaan. Het scherm is nog te bedienen met fysieke knoppen, stoffen en andere bekleding zijn met zorg, maar zonder fantasie gekozen. Stoelen zitten lekker, achteraan is de bank in 2 stoelen opgesplitst: plaats voor vier dus. Maar die hebben dan ook ruim plaats, hoewel de instap achteraan niet echt royaal is. Het dashboard heeft twee ronde klokken en een klein centraal scherm met randinformatie (verbruik, gemiddelde snelheid, afgelegde afstand rit, etc.)

Veiligheid

De Passat was er vroeg bij om een rijvak assistent in de optielijst te plaatsen en die deed zijn werk irritant goed. Maar de snokken om tussen de lijnen te blijven waren niet bepaald comfortabel. Voorts een front- en zijairbags, alsook gordijnairbags. Performante remmen, ABS met remkrachtverdeler en noodremhulp en een deugdelijke ESP. Wie in optie het DCC-systeem liet monteren, kon zijn ophanging instellen. De Euro Ncap gaf de Passat 5 sterren, maar vond de voetgangersbeveiliging maar net voldoende.

Alternatieven

In eigen huis had de Passat al concurrentie van de Audi A5 Sportback, die al een flink stuk duurder was. Maar de andere Duitsers, genre Mercedes CLS en Porsche Panamera waren allemaal flink duurder en Peugeot had zijn 508 nog niet op de markt, hoewel dat een ander fenomeen is: de sedan die eruitziet als een coupé, maar dat niet is. Wellicht kwam de Saab 9-5 nog het kortst bij zowel in prijs als in ambiance en prestaties;