Volvo C70 II

Goede redenen

• Het grote voordeel van een stalen klapdak is natuurlijk zijn betere isolatie, zowel qua temperatuur als qua windgeruis. Daarmee kan je de tweede generatie C70 zonder problemen in de winter blijven gebruiken.

• Wat deze tweede generatie C70 wel gemeen heeft met zijn voorganger, is zijn comfortabel weggedrag. Hoewel de dynamiek erop vooruit ging, ligt de focus model vooral om rechtdoor cruisen.

• Volvo is er ook in geslaagd de C70 met stalen klapdak een elegant design mee te geven, iets waar de concurrentie niet altijd in slaagde met hun coupé-cabrio’s. Zowel open als dicht is de C70 een knappe tweedeurs geworden.

• De C70 II had een uitgebreid motorenpalet, van zuinige viercilinders op diesel tot krachtige vijfcilinder turbobenzines met een uniek geluid. Die benzinemotoren hadden echter wel een fors verbruik, mede door het vrij hoge gewicht van de C70.

Alle belangrijke gegevens over de Volvo C70 II

Motoren

De tweede generatie Volvo C70 bood in tegenstelling tot zijn voorganger wel de keuze tussen benzine- en dieselmotoren, aangezien de zelfontbranders aan het toppunt van hun populariteit zaten in de periode wanneer het model op de markt was.

Op benzine waren er enkel vijfcilinders onder de kap te vinden, met als instapmotor de 2.4i, een atmosferische motor die met 140 of 170 pk te bestellen was en al even in het gamma zat bij Volvo. Een stapje hoger stond de 2.5 T5 van 230 pk. Een manuele vijfbak was standaard op de benzinemotoren zonder turbo, de turbo’s kregen zes versnellingen, terwijl een Geartronic-automaat met 5 versnellingen optioneel was op elke variant.

Op diesel was de instapmotor de 2.0 D van 136 pk, een viercilinder die ook bij PSA en Ford te vinden was. Daarboven stond de 2.4 D, een vijfcilinder van 163 pk, met als krachtigste keuze de 2.4 D5 van 180 pk.

Met de facelift van 2010 werd het motorengamma aangepast: na nog even de 2.4i in het gamma te houden, had je vanaf 2011 nog maar één benzinemotor, de T5 van 230 pk, terwijl de diesels voortaan als D3 (4 cilinders, 150 pk) en D4 (5 cilinders, 177 pk) door het leven gingen.

Afmetingen

De Volvo C70 was een stukje kleiner dan zijn voorganger: 4,58 meter lang, 1,82 meter breed en 1,40 meter hoog. De facelift uit 2009 kreeg een grondig aangepaste voorkant en was ook iets langer (4,61 meter) en breder (1,83 meter) dan voordien. Er is plaats voor 4 personen aan boord, maar de instap is niet erg handig met het dak dicht en ook de ruimte op de achterbank is niet ideaal voor volwassenen. De koffer is vrij groot met het dak dicht: 404 liter. Met het dak open blijft er echter nog maar zo’n 200 liter over. Het leeggewicht van de C70 schommelt rond de 1,6 tot 1,7 ton, het maximale trekgewicht bedraagt 1,5 ton.

Uitvoeringen

Het modelgamma van de Volvo C70 II begon bij de Kinetic, met daarboven de Momentum en de Summum als topversie. In de latere modeljaren kwam er ook een Tourer-versie, die elementen van zowel de Momentum als Summum overnam en altijd als automaat werd geleverd.

Nieuw- en tweedehandsprijzen

Het tweedehands aanbod van de Volvo C70 II is niet erg groot in ons land, maar het kan lonen om de grens over te steken naar Nederland, waar er veel meer exemplaren te koop staan en er ook een veel groter aanbod is aan C70’s met een benzinemotor, die langer binnen de LEZ’s mogen rijden. De prijzen beginnen bij ongeveer 5.000 euro voor C70’s met een dieselmotor van voor de facelift en met zeer hoge kilometerstanden. Vanaf zo’n 7.000 euro is het aanbod al groter. Wil je een benzinemotor, dan moet je minstens 8.000 euro ophoesten. Een faceliftmodel kost minstens 9.000 euro, met een benzinemotor is dat 11.000 euro. Late modeljaren met een complete uitrusting en de T5-motor worden voor 20.000 euro of meer verkocht.

Design-highlights en interieur

Hoewel de tweede generatie C70 direct volgde op de eerste generatie, werd er een grote stap gezet qua design: zijn voorganger was duidelijk nog een product uit de jaren ‘90, deze nieuweling uit 2006 ging veel meer met zijn tijd mee en nam de neus over van de S40, terwijl de iets later gepresenteerde C30 hetzelfde familiegezicht kreeg. De grote innovatie was natuurlijk de overgang van een stoffen cabriodak naar een stalen klapdak, maar de elegante lijn van het model gooide ook hoge ogen. Het was het resultaat van een samenwerking tussen Volvo en Pininfarina. In 2010 kreeg het model een facelift met een volledig nieuwe neus, die terug zou komen op de vernieuwde C30 en de nieuwe S60.

Beter met twee

Aan boord kreeg de C70 ook het typische Volvo-interieur mee van tijdens de Ford-periode, met de ‘zwevende’ middenconsole en een sober maar strak design. De hogere uitrustingsniveaus hadden wel recht op afwijkende kleuren en materialen, bijvoorbeeld voor het leren stuurwiel of de houten middenconsole. De achterbank biedt net voldoende plaats voor twee personen, maar de instap is erg moeilijk met het dak dicht. Met het dak open is er dan weer weinig plek in de koffer, al is er wel een knopje om de dakdelen te kantelen en de opening iets groter te maken.

Rijhulp en veiligheid

De Volvo C70 kreeg nooit een eigen crashtest van Euro NCAP, maar werd wel bekroond door de Amerikaanse IIHS met een ‘Top Safety Pick’ dankzij een goede bescherming van zijn inzittenden en de aanwezige veiligheidssystemen. Latere modellen kregen ook de BLIS-dodehoekmonitor.

Alternatieven

De Volvo C70 II was een alternatief voor de Duitse luxecabrio’s in de vorm van de BMW 3 Reeks Cabrio (E93), die ook een stalen klapdak had, de Audi A4/A5 Cabrio en de Mercedes CLK Cabrio. Volkswagen had in die tijd ook een coupé-cabrio in de vorm van de Eos, die op het platform van de Golf stond. Ook Lexus had de IS C, maar die flopte en is dus extreem zeldzaam. Er zijn ook goedkopere coupé-cabrio’s te vinden zoals de Peugeot 307 CC, Ford Focus CC, Renault Megane CC en de Opel Astra TwinTop.