Vanwege onderhoud is AutoScout24 momenteel slechts beperkt beschikbaar. Dit betreft een aantal functies, zoals contact opnemen met verkopers, inloggen of beheren van uw voertuigen voor de verkoop.
Hoewel er heel veel gesproken wordt over elektrisch rijden, is de doorbraak de elektrische auto in ons land nog altijd geen feit. Maar met nieuwe fiscale regels voor bedrijfswagens zal het aandeel van batterij-elektrische voertuigen in de inschrijvingen binnenkort een stevige stijging kennen.
Maar hoe ziet het aanbod eruit, en hoe staat het met het opladen?
In 2022 was iets meer dan 1 op de 10 nieuw ingeschreven auto’s in België 100% elektrisch. Dat is zowat dubbel zoveel als het jaar ervoor, maar een heel groot aandeel is het nog niet. Bovendien zijn is een groot aandeel van die nieuw ingeschreven auto’s te danken aan de bedrijfswagenmarkt. Voor bedrijven is het fiscaal immers interessant om te kiezen voor een elektrische auto eerder dan voor één met een verbrandingsmotor. En dat geldt vanaf 1 juli 2023 nog meer, aangezien de aftrekbaarheid van auto’s met een lokale CO2-uitstoot verder afgebouwd wordt.
Terwijl het aanbod van elektrische auto’s in de begindagen heel beperkt was, waarbij een deel van de verkrijgbare modellen ofwel een belachelijk laag rijbereik hadden ofwel heel duur waren, heb je vandaag de dag een pak meer keuze. Zowat elk merk heeft vandaag één of meerdere 100% elektrische modellen in zijn aanbod, en je hebt daarbij de keuze modellen uit alle mogelijke segmenten, van de kleinste stadswagen tot exclusieve sportbolides die duizelingwekkende prestatiecijfers kunnen voorleggen.
De allergoedkoopste elektrische modellen zijn terug te vinden in het segment van de micromobiliteit, kleine autootjes die voornamelijk gemaakt zijn voor gebruik in de stad, en vaak zelfs goedkoper zijn dan ‘echte’ auto’s met verbrandingsmotor. Voorbeelden zijn de Citroën Ami, de Silence S04 of de Microlino. Het nadeel is dat hun veiligheidsuitrusting beperkt is en dat ze door hun lage topsnelheid (amper 45 km/u voor de Ami bijvoorbeeld) eerder beperkt zijn qua gebruik.
Vanaf € 20.000
Een ‘échte’ elektrische auto kan je tegenwoordig al nieuw kopen vanaf zo’n € 20.000: de Dacia Spring. Toegegeven, het is een klein model, maar hij biedt wel een rijbereik van zo’n 230 km, prestaties die vergelijkbaar zijn met een stadswagen met kleine benzinemotor en (optionele) DC-boordlader waarmee je relatief snel kan laden als je langere afstanden moet afleggen.
Maar ook als je een groter of comfortabeler model wil, vind je in 2023 een ruim aanbod van 100% elektrische auto’s op de markt. Van compacte modellen als de Fiat 500e, de Peugeot e-208 of de Honda e, over middenklassers als de Citroën ë-C4X, Renault Mégane E-Tech, Volkswagen ID.3, maar ook SUV’s in alle maten en vormen. En uiteraard laten ook de premiummerken zich niet onbetuigd, met de e-tron modellen bij Audi, de ‘i’-modellen bij BMW en de EQ-modellen bij Mercedes. Kortom, een bijzonder breed gamma, en dat in alle vormen, maten en prijsklasses.
Chinese elektrische auto’s
Maar de elektrificatiegolf zorgt er ook voor dat een aantal nieuwe merken opduiken op de markt. In het kielzog van pionier Tesla, dat al meer dan een decennium klanten weet te overtuigen met zijn modellen die een groot rijbereik beloven en een eigen laadnetwerk, wordt de lijst van automerken steeds langer. En vaker wel dan niet zijn de nieuwkomers van Chinese origine. De Chinese markt is immers al veel langer bezig met elektromobiliteit, en de technologie is onder andere omwille van de stimuleringspolitiek van de overheid in het land immens populair. China is bovendien één van de landen die heel wat grondstoffen voor de productie van batterijen in handen heeft, en daarmee ook één van de landen waar een groot aantal batterijen geproduceerd worden, ook voor gebruik in auto’s van onder andere Europese constructeurs.
Het was dan ook een kwestie van tijd voor Chinese autoproducenten bij het ontwerp en de productie van hun eigen modellen rekening gingen houden met de vereisen op andere markten over heel de wereld. Polestar, Lotus, MG, Maxus, Build Your Dreams (BYD), Nio, Ora, … het zijn allemaal merken die in Chinese handen zijn en vandaag al auto’s aan de man brengen in Europa. En terwijl de eerste Chinese auto’s in Europa nog gebuisd werden omwille van een povere afwerkingskwaliteit of slechte scores in de crashtests, doen ze het vandaag de dag bijzonder goed. Bovendien zijn ze over het algemeen vlot leverbaar en zijn ze – rekening houdend met hun complete uitrusting – vaak eerder betaalbaar. De Europese auto-industrie heeft er een vette kluif aan.
Tweedehands als betaalbare instap in de EV-wereld
Het aanbod van 100% elektrische wagens op de tweedehandsmarkt begint stilaan op gang te komen. Er zijn al heel wat modellen beschikbaar, en dat is onder andere te danken aan de professionele markt. Ex-leaseauto’s, een markt die al eerder begon aan de elektrificatie, beginnen stilaan op de markt te komen na een carrière in handen van professionele gebruikers, wat zorgt voor een kwalitatief aanbod van goed uitgeruste en goed onderhouden wagens die hun deugdelijkheid al bewezen hebben. En dat tweedehandsaanbod zal in de toekomst alleen maar uitbreiden, gezien de elektrificatiegolf die op dit moment aan de gang is bij bedrijven. Daarmee is de professionele markt een deel van de oplossing om in de toekomst een groter aanbod van recente en betaalbare modellen te vinden op de tweedehandsmarkt.
Tweedehandsaanbod
De meest betaalbare recente tweedehandsmodellen die je in 2023 op de markt vindt, zijn echter de ‘basic’ auto’s met een eerder beperkte batterijcapaciteit die door ‘early adopters’ gebruikt werden. Denk daarbij onder andere aan de Peugeot iOn, Citroën C-Zero, Smart Fortwo EV, maar ook de Renault Zoe. Ze bieden over het algemeen beperkte prestaties en een beperkte batterijcapaciteit, maar voor lokale verplaatsingen zijn ze perfect bruikbaar. Ook de meer recente modellen van de Renault Zoe met een grotere batterijcapaciteit vind je aan betaalbare prijzen, maar daarbij betaal je vaak nog een maandelijks bedrag voor de huur van de batterij, die vaak niet inbegrepen is in het aankoopbedrag.
Net als bij de nieuwe elektrische auto’s is de Dacia Spring één van de goedkoopste tweedehandsmodellen, met prijzen vanaf ongeveer € 14.000. Geef je wat meer uit, dan heb je vanaf zo’n € 20.000 onder andere ook een ruimere Nissan Leaf en heel wat andere modellen zoals de BMW i3, de Opel Corsa-e, de VW e-Golf, Fiat 500e, Peugeot e-208, … noem maar op. Een recente elektrische SUV vind je vanaf zo’n € 25.000 met keuze uit modellen van MG, de Mazda MX-30, De DS3 Crossback, Peugeot e-2008 en de Hyundai Kona om er maar enkele te noemen.
Kosten en opladen
Het goede nieuws is dat je naast de aankoopprijs over het algemeen niet al te veel vaste kosten hebt aan een elektrische auto. Er zijn dan wel zo goed als geen overheidspremies voor wie een elektrische auto koopt, je betaalt ook amper belastingen. In Vlaanderen zijn elektrische auto’s vrijgesteld van het betalen van belasting op inverkeerstelling (BIV) en jaarlijkse verkeersbelasting, terwijl je in Brussel en Wallonië het minimumtarief betaalt. Ook qua verzekering zijn de bedragen gelijkaardig met wat je betaalt voor een model met verbrandingsmotor met een gelijkaardig vermogen en een vergelijkbare prijs (dat laatste wat de omniumverzekering betreft). Een elektrische auto heeft bovendien een pak minder onderhoud nodig (geen oliewissels bijvoorbeeld, remmen die nauwelijks slijten), zodat je daar ook niet al te veel aan kwijt zal zijn.
De belangrijkste kost is, net als tanken bij een auto met verbrandingsmotor, het opladen. De goedkoopste manier is thuisladen, waarbij je als je gebruik kan maken van stroom die je zonnepanelen opwekken, bijzonder voordelig kan rijden. Daarbij is het aan te raden om een slim laadpunt te installeren dat ervoor kan zorgen dat je de oplaadkost laag kan houden. Ben je aangewezen op publiek laden, dan kan de kost per kilometer wat hoger uitvallen, vooral als je regelmatig gaat snelladen. Aan het publieke laadnetwerk is nog werk, maar zeker in Vlaanderen en in stedelijke gebieden, vind je al heel wat laadpunten, terwijl Wallonië wat achterop hinkt. Om publiek te laden heb je een laadpas nodig. Daarvoor zijn verschillende aanbieders. Vergelijk goed wat de verschillende formules zijn (al dan niet met maandelijks abonnementsgeld, afhankelijk van je behoeftes) en check of ze bij bepaalde openbare laadnetwerken goedkopere tarieven bieden, bijvoorbeeld netwerken waarvan je regelmatig laadpunten denkt te zullen gebruiken.
