Een lijst over sportwagens moet gewoon beginnen met de Porsche 911, want deze Duitser staat al acht generaties lang aan de top van zijn segment. Dat geldt niet alleen op vlak van populariteit maar ook op vlak van rijplezier, en dan vooral hoe dat gecombineerd wordt met een aangename dosis leefbaarheid. Zo heeft de standaard-911 gewoon nog een achterbank waar je een koppel kinderen op kwijt kan, of alle bagage die je niet in de compacte voorkoffer krijgt. Bovendien is de gemiddelde 911 best comfortabel voor een sportwagen, terwijl je toch over een uniek rijgedag beschikt dankzij de achterin gemonteerde zescilinder boxermotor. Verkrijgbaar met vermogens van 385 tot 650 pk is er een 911 voor iedereen – of toch iedereen die dik 100.000 euro kan ophoesten.
Kan je dat niet, dan hoef je daarom nog niet achter het stuur van een oersaaie stadswagen te kruipen. Wel integendeel: voor ongeveer een derde van de prijs van zo’n Porsche krijg je bij Toyota een GR86 mee en stiekem moet die maar weinig onderdoen qua rijplezier. Met zijn 234 pk sterke viercilinder boxermotor ben je dan wel flink wat trager, maar de balans en het stuurgevoel van deze Toyota zijn onberispelijk… En aangezien de motor hier voorin ligt kan de GR86 iets wat geen 911 ooit al gekund heeft: de koffer vergroten door de achterbank plat te leggen. Er is echter maar één probleem: voorlopig zijn alle nieuwe GR86’s uitverkocht…
Voor vergelijkbaar rijplezier kan je wel nog bij Mazda terecht, want daar staat al decennia lang een MX-5 in de catalogus. Die kan je krijgen met een 1.5-litermotor met 132 pk of een 2.0-litermotor met 184 pk maar welke versie je ook kiest; met een leegewicht van 1 ton mag je hetzelfde minimalistische rijplezier verwachten als van de GR86. Wat zo’n Toyota echter niet kan, is zijn dak eraf laten halen. Wie “Mazda MX-5” zegt, zegt namelijk in één adem “roadster”… Al kan je de iconische sportwagen sinds zijn nieuwste generatie ook als ‘RF’ met een elektrisch wegklappend targadak bestellen.
Staat zo’n lichtvoetig vedergewicht je wel aan, maar mag het toch iets meer vermogen zijn? Dan kan je gaan aankloppen bij Alpine, het sportieve broertje van Renault. Denk daarom echter niet dat je een Espace met sportschoenen mee krijgt want deze A110 is een compléét andere auto dan we van Renault gewend zijn. Het gaat namelijk om een radicale sportwagen met een middenmotor, in dit geval een 1.8-liter viercilinder turbobenzine met minstens 252 pk. Daar zeggen we wel bewust “minstens”, want als A110 S hoest het blokje 300 pk op en de extreme A110 R voegt daar ook nog eens allerhande gewichtsbesparingen en aerodynamica aan toe. Het resultaat: een circuitmonstertje met een 0-naar-100-tijd van 3,9 seconden.
Wil je echter een sportwagen die je ook zonder verpinken voor de alledag kan gebruiken, dan ben je misschien beter af met een BMW M2. Die maakt namelijk gebruik van de basis van de reguliere 2 Reeks, en met zijn verwantschap aan de 3 Reeks is dat gewoon een best comfortabele, bruikbare auto. Daar voegden de gekkerds van de M-afdeling echter hun potente zes-in-lijnmotor aan toe, goed voor 460 stampende paarden. 0-naar-100 doet hij in 4,1 seconden maar zelfs bij stilstand ziet hij er net zo snel uit. De M2 krijgt namelijk zoveel nieuwe carrosseriedelen mee, dat hij maar moeilijk meer te vergelijken valt met zo’n gewone 2 Reeks.