In België gebruiken we een “parkeerschijf naar Europees model”. Een geldige parkeerschijf kan je herkennen aan de blauwe kleur en duidelijke witte “P” in een rechthoek. Ook belangrijk is de tijdnotatie. Op een wettelijke kaart moet namelijk een streepje per halfuur staan (en dus niet per kwartier, zoals bij oudere kaarten). Tenslotte moet een duidelijke pijl expliciet naar het uur wijzen.
Bij het parkeren in een blauwe zone plaats je het pijltje van de parkeerschijf op het (volgende) tijdstip van aankomst. Als je tussen 12:01 en 12u30 parkeert, dan zet je de parkeerschijf op 12u30. Parkeer je om 12u31, dan zet je de parkeerschijf op 13u enzovoort.
Leg of hang de parkeerschijf zichtbaar achter de voorruit.
Nee. Wanneer de maximale parkeertijd verstreken is, dien je het voertuig weg te rijden uit de parkeerplaats. Je mag dus niet even “snel terug naar de auto gaan” om de parkeerschijf aan te passen. De maximale parkeertijd in een blauwe zone bedraagt twee uur, tenzij anders vermeld op de verkeersborden.
Ja. In sommige blauwe zones zijn buurtbewoners vrijgesteld van de parkeerbeperking indien ze in het bezit zijn van een “bewonerskaart”. Die moet aangevraagd en goedgekeurd worden bij en door de lokale gemeente/ stad en duidelijk de tekst “uitgezonderd bewoners” vermelden. Voertuigen die gebruikt worden door personen met een handicap moeten ook geen gebruik maken van de parkeerschijf indien de parkeerkaart voor personen met een handicap wordt aangebracht achter de voorruit.