Elektrische auto opladen - hoe werkt dat?

Net zoals je een dieselwagen van diesel en een benzinewagen van benzine moet voorzien om te kunnen rijden, moet er elektriciteit in je elektrische auto zitten om vooruit te kunnen rijden. Gelukkig zijn er daarvoor meerdere opties. Waardoor het gebruiksgemak desgewenst de hoogte in kan.

Inhoud

• Thuisladen
• Laadpaalladen
• Snelladen
• Verschil AC en DC
• FAQ

De beste keuze: Thuisladen

Decennialang reden we naar een tankstation om onze auto met verbrandingsmotor te voorzien van benzine, diesel, CNG, LPG of wat dan ook. Bij de elektrische auto is dat verleden tijd, want een simpel stopcontact is goed genoeg om je auto op te laden! Daarnaast is het ook de goedkoopste en meest comfortabele keuze. Toch zijn er enkele zaken waar je rekening mee moet houden.

Te beginnen met de manier hoe je thuis gaat laden. Gewoonweg aan je stopcontact? Dat kan - mits je elektriciteitsleidingen goedgekeurd zijn. Wees je er echter wel bewust van dat dit de traagste manier van laden is. Aan ruwweg 2 kW per uur ben je wel even bezig om een accu te vullen. Anderzijds: een nachtje opladen (+/- 10 uur) zorgt al vlug voor 20 kWh extra in de batterij van je EV. Goed voor 100 tot 150 km range! Mag het allemaal wat sneller? Dan kan je beroep doen op een thuislaadpaal. Die trekt het vermogen op tot wel 11 kW per uur laden. Let wel: de kans is meer dan reëel dat je elektriciteitsaansluiting daarvoor aangepast moet worden. Daarenboven kan niet elke EV laden aan 11 kW. Waardoor je jezelf het nut van zo’n snelle thuispaal in vraag moet stellen.

Een ander voordeel van thuisladen komt natuurlijk naar boven als je beschikt over zonnepanelen. Op een zonnig dag kan je daardoor gratis je elektrische auto van stroom voorzien… als je thuis bent natuurlijk.

Voor onderweg: Laadpaalladen

Je ziet ze her en der opdoemen: laadpalen. De functie van die palen hoeven we je natuurlijk niet meer uit te leggen: ze zorgen er voor dat een EV-rijder onderweg zijn auto kan opladen. Bij de winkel, op de parking van de stad, de sportschool of aan het restaurant. Deze laadpalen zijn speciaal geïnstalleerd om elektrische auto’s op te laden en behalen daardoor een hoger vermogen. Vaak gaat het dan over 11 kW of 22 kW. Ook hier moet je rekening houden met enkele details.

Zo beschikken deze laadpalen vaak over twee poorten om een laadkabel in te steken. Met andere woorden: zijn 2 auto’s aan het opladen, dan halveert ook het laadvolume! In mensentaal: een laadpaal van 11 kW zal tijdens het opladen van 2 auto’s 5,5 kW per auto aanbieden. Daarnaast is opladen aan deze palen niet gratis, je moet dus een account van de aanbieder hebben of een overkoepelend “laadpas”. Daarenboven ligt het tarief per kW een stukje hoger dan bij thuisladen.

Bij uitzondering: Snelladen

Dat de éne laadpaal de andere niet is bewijzen we je in dit hoofdstuk. Want waar zo’n publieke laadpaal tot 22 kW kan leveren, gaat een snellaadpaal daar fors over. Die palen, die je vaak aan de kant van de autostrade ziet, leveren tot wel +300 kW aan vermogen. Daardoor kan je pijlsnel de accu van je auto terug op lading brengen. En jawel, ook hier zijn enkele voorwaarden aan verbonden.

Een snellaadpaal herken je bijna altijd door zijn dimensies. Zo is de paal een stuk groter én hangt de oplaadkabel aan de paal vast. Je laadt dus niet op met je eigen kabel maar wel met de kabel van de paal die er ook nog eens anders uit ziet. Zo heeft die CCS2-stekker een extra “contact” dat je in de auto steekt. De reden daarvoor is logisch: een Snellader “tankt” via directe stroom (DC) en niet via wisselstroom (AC). Daardoor zijn die snellere laadtijden mogelijk maar is er ook meer stroomverlies tijdens het laden. Of anders gezegd: snelladen (superchargen) is de duurste vorm van laden én heeft het meeste verlies per kW dat je laadt. Waardoor snelladen een kostelijke affaire is. Gelukkig zijn er - zoals hierboven aangehaald - andere alternatieven.

Verschil AC- en DC-laden

Een elektrische auto op het oog? Dan zal je al wel gehoord hebben van AC- en DC-laden. Klinkt verwarrend, is het niet. Bij AC-laden (wisselstroom) neemt je auto energie uit een energiepunt dat het daarna via een omvormer aan boord omzet naar energie voor de accu. Je smartphone doet in essentie net hetzelfde, al is die omvormer dan het blokje dat je in het stopcontact steekt.

Simpel gezegd kan je stellen dat je AC-laden altijd doet met een eigen kabel die je in een laadpunt steekt. Het voordeel? AC-laden kan je simpelweg thuis doen! Het nadeel? Onderweg zijn AC-laadpalen vaak gelimiteerd in vermogen (11 kW tot 22 kW) omdat omvormers in elektrische auto’s niet meer vermogen kunnen slikken.

Bij DC-laden (directe stroom) pompt het laadpunt rechtstreeks de energie in de accu. Omdat dit veel hitte opwekt doe je dit niet met je eigen laadkabel maar een kabel die voorzien is aan het toestel. Die kabel wordt net zoals het laadtoestel gekoeld om hoge vermogens te behalen. Het voordeel? DC-laden gaat een stuk sneller (tot +200 kW per uur) dan AC-laden. Het nadeel? De prijzen van die DC-superchargers liggen fors hoger.