Aan een publieke laadpaal
Wie niet beschikt over de mogelijkheid om thuis of op het werk op te laden, wat vaak het geval is voor wie in een stadscentrum woont, moet zijn heil zoeken bij een publieke laadpaal. Die beginnen gelukkig steeds talrijker te worden, zowel langs de openbare weg als op parkings. Een gewone publieke laadpaal maakt, net als een wallbox, gebruik van wisselstroom (AC), waardoor het vermogen opnieuw reikt van 3,7 tot 22 kW, met dus ook dezelfde laadtijden als bij een wallbox.
Het nadeel is dat je vaak ook wat meer betaalt voor de stroom die je bijlaadt, aangezien de operatoren van de laadpalen ook een graantje meepikken. Om te verbinden met de laadpaal, moet je hem eerst ontgrendelen via een badge of laadkaart, waarmee je ook meteen jouw betaalgegevens doorgeeft aan de operator. Geeft de laadpaal groen licht, dan kan je inpluggen en kunnen de laadpaal en de auto communiceren over het maximale laadvermogen dat geleverd kan worden. In de toekomst zou het ook mogelijk worden om met een gewone bankkaart te laden aan een publieke laadpaal. Maar het grootste nadeel is natuurlijk dat je meestal niet voor je deur kan opladen, en dat je afhankelijk bent van de beschikbaarheid van een vrije plaats. Iets dat niet zo vanzelfsprekend is, gezien de boom die plug-inhybrides hebben doorgemaakt, en de overschakeling naar elektrisch rijden die eraan zit te komen.