Iedereen kent wel auto’s die bijna iconisch worden door een specifieke uitvoering. Denk maar aan de Golf GTI, Nissan Skyline GT-R of Audi RS6 Avant. Voor elke topper… is er echter ook een flopper. Want zelfs auto’s die voor het grootste deel goed in elkaar zitten, kunnen helemaal uit elkaar vallen door absurde keuzes van het merk. Kijk maar even mee.
Jaguar E-Type 2+2
De Jaguar E-Type wordt door velen gezien als de mooiste auto ter wereld. Vaak hebben ze het dan over de coupé of cabrio, maar niet over het derde broertje in de line-up. De E-Type kwam er namelijk ook als vierzitter, de E-Type 2+2.
Die “gezins-E-Type” kreeg door zijn twee extra zitplaatsen een verlengde daklijn en ietwat misvormde proporties. Vanaf de jaren 70 kreeg ‘ie als Series III ook nog eens een knoert van een V12 onder de kap, waardoor er onder voorbumper een extra luchthapper moest voorzien worden die af-fabriek al ingedeukt leek. Kortom: de E-type is een goddelijke schoonheid… maar niet als vierzitter.
Jeep Wrangler 2WD
Voor het volgende voorbeeld moeten we even onze cowboyhoed opzetten. In de Verenigde Staten is de Jeep Wrangler namelijk ongelooflijk populair. Het is een auto die symbool staat voor offroadkunde en avontuur. Hoe je nog meer mensen in je offroader krijgt? Wel, door ‘m minder offroadwaardig te maken. Althans, dat was Jeeps poging toen het in 2007 de Wrangler 2WD lanceerde.
Met enkel achterwielaandrijving was hij een stuk(je) goedkoper, maar omdat hij daardoor veel van zijn kunde verloor, bleven klanten ver weg van deze uitvoeringen. Verbaast het dat Jeep deze versie in 2010 al terug op pensioen stuurde en sindsdien enkel maar vierwielaangedreven Wranglers produceert?
Tesla Model S 40
Jep, ook Tesla ontspringt deze lijst niet. Want hoewel de Model S zonder discussie in de top 100 van belangrijkste auto’s ooit moet worden opgenomen, hebben we het dan niet over de Model S 40. Voor de Model 3 het levenslicht zag, was dit Elons poging om de EV betaalbaarder te maken.
Alleen was de Model S 40 niet écht betaalbaar. Zo moest je in 2012 nog steeds minstens 60.000 dollar neerleggen voor deze Model S zonder achteruitrijcamera, navigatie en mogelijkheid tot snelladen. Daarenboven was hij je reinste boerenbedrog, want hoewel de Model S 40 de 60 kWh-accu van de Model S 60 gebruikte, werd die softwarematig beperkt tot 40 kWh. Waarom, Tesla?
Audi R8 e-tron
Oké, het kan nog wat erger in elektroland. Dat bewijst deze Audi R8 e-tron. Nu is de Audi R8 ongeacht of je ‘m nu uitrust met V8 of V10 absoluut iconisch. Het is één van de beste sportwagens die ooit uit Duitsland kwam gereden. En dat wil al iets zeggen.
In 2015 besloot Audi echter voor te lopen op de trends, met de R8 e-tron. Die kreeg twee elektromotoren op de achteras met een gezamenlijk vermogen van 426 pk en 919 Nm en een accu van 92 kWh. De elektrische R8 had alles in zich om een succes te worden. Alleen kwam hij A) enkele jaren te vroeg en moest je B) over de boeg komen met 1 miljoen euro. Minder dan 100 stuks werden er ooit van gebouwd.
Ferrari 208 GTB
De Ferrari 308 GTB is een icoon in de line-up van Ferrari. Met een design van Pininfarina, 2.9-liter V8 achterin van 250 pk en ongelooflijke prestaties. Vanaf 1980 kwam er echter de 208 GTB. Met dezelfde looks, maar amper 155 pk uit een 2-liter V8 en een sprinttijd van 8,7 seconden . Wacht, wat?
De reden van deze teleurstelling was een Italiaanse wet in de jaren 80 die auto’s met een motorvolume van meer dan 2-liter extra belaste. Ferrari verkleinde de V8 van de 308 GTB tot 1.990cc en creëerde daarmee de kleinste V8 ooit in serieproductie. Hoewel de 208 GTB vaak de traagste Ferrari ooit wordt genoemd, was de Dino 208 GT4 nog nét wat trager. Nu ja, magere troost natuurlijk.
Nissan Murano CrossCabriolet
Hoewel we Nissan tegenwoordig vereenzelvigen met modellen zoals de Qashqai en Juke, had het merk nog een hoop andere SUV’s in zijn gamma. Neem nu de Murano, een ruime en comfortabele luxe-SUV die vooral op de Amerikaanse markt een graag geziene gast was. Tot Nissan besloot het dak eraf te zagen.
Het resultaat was de in 2010 voorgestelde Murano CrossCabriolet. Nissan noemde het trots “de eerste vierwielaangedreven crossover cabrio”, autojournalisten maakten echter meteen brandhout van het ding. Niet enkel waren de looks twijfelachtig, er viel geen greintje stijfheid te bekennen in het chassis en de Murano werd door de ingreep ook zwaarder, dorstiger en trager. Ouch.