De Duitse automobielvereniging ADAC heeft van 150 verschillende auto’s de koffers opgemeten en vergeleken met de koffervolumes die de automerken vermelden in hun brochures en op hun websites. Die cijfers komen in de meeste gevallen verre van overeen, zo blijkt. Opvallend, want de grootte van de koffer is vaak een doorslaggevend argument bij de aankoop van een nieuwe of tweedehandsauto.
De ADAC stelde vast dat het vooral grotere auto’s zijn uit duurdere segmenten die de grootte van hun koffer overschatten. Voor de test gebruikte het kleine schuimrubberen blokjes van hetzelfde formaat om de kofferruimtes te vullen. Alle variabele onderdelen, zoals zetels, rugleuningen, koffervloeren en afdekzeilen werden in dezelfde positie gezet. Opvallende resultaten verkreeg de automobielorganisatie bijvoorbeeld bij de Volvo XC90. Die slikt officieel 721 liter aan bagage, maar de ADAC kwam op 246 liter uit, namelijk 475 liter. De Volkswagen Sharan deed nog beter: daar gaf de brochure 955 liter aan, maar mat de automobielorganisatie 630 liter. Verschil? 325 liter.
Vage grens
Bij de budgetmerken zijn de verschillen kleiner, zo blijkt. In de Dacia Duster werd er 410 liter aan kofferruimte gemeten, terwijl Dacia zelf spreekt over 413 liter. Dat is wel vaker het geval bij hatchbacks en klassieke sedans, zegt ADAC. Bij SUV’s, monovolumes en bestelbusjes is het niet altijd even duidelijk waar de kofferruimte overgaat in de vrije ruimte erboven.
De automobielorganisatie zegt dat de meetmethodes die de automerken gebruiken niet eenduidig geregeld zijn, en ook niet bindend zijn. Soms wordt de uitsparing voor het reservewiel bijvoorbeeld meegeteld, of wordt er de ene keer tot aan het afdekzeil gemeten en de andere keer tot aan de onderkant van de achterruit. De ADAC pleit dan ook voor eenduidige metingen en zegt dat de consument de koffervolumes van de automerken als een “ruwe indicatie” moet nemen.