Apal is het Luikse verhaal van leerling-mechanicus Bruno Vidick en zijn leraar Edmond Pery (links op de foto bij de voorstelling van het boek). Beide koesteren dezelfde ambitie: een eigen auto bouwen. Maar ze zijn realistisch genoeg om te snappen dat staal hun rekening zal doen ontsporen.
Sportief debuut
Een ‘wondermiddel uit de Verenigde Staten’ brengt redding: polyester. Goedkoop, en makkelijk om mee te werken. In 1961 wordt in Luik de ‘Application Polyester Armé Liège’ opgericht, kortweg Apal. Al snel hebben ze hun eerste prototype klaar, de Coupé op basis van een VW-onderstel en Kever 1.200 cc motor. Leeg woog hij 650 kilogram. De Coupé haalde destijds 100 km/u in 14,8 seconden en een topsnelheid van 155 km/h. Ze zullen er 98 stuks van verkopen, geen slecht begin.
Buggy
Apal kan verder door in de racerij als eerste in Europa de Formula Vee aan te bieden, en later in de jaren ’70 de eerste buggy’s te vervaardigen. Ook hier staat VW-techniek centraal. Apal is lang trouw gebleven aan de luchtgekoelde VW-motor, tot in de replica’s van zijn Porsche Speedster die het begin jaren ’80 aanbood. Na de Apal Francorchamps, een complexe roadster op basis van de Mercedes 190 en de Sport One eindigde begin jaren ’90 het autotijdperk voor Apal.
De geschiedenis van het merk is nu in boekvorm gegoten door Claude Yvens en Cristophe Gaascht. Over 176 bladzijden en met meer dan 250 foto’s leggen ze de levensloop van Apal omstandig uit Te bestellen in het Frans of in het Nederlands bij Benoît Deliège Editions (www.benoitdeliege.be). Het boek kost 40 euro. ISBN: 978-2-9601019-4-2