De Ferrari F40 - bouwjaar 1989 - is één van de ultieme Ferrari’s tussen 1980 en 2000. De laatste ook onder het oog van Enzo Ferrari. Bovendien, met Nigel Mansells naam op de boorddocumenten ook een heel speciaal exemplaar. 690.000 euro is dan ook een hele flinke prijs voor deze F40, maar niet de ultieme prijs. Eerder wisselden al F40’s van eigenaar voor net geen miljoen euro. Wat eens te meer bewijst dat de oldtimerprijs vooral bepaald wordt door de markt van ‚wat de zot er voor wil geven.’
Trapauto
Zo is 124.200 euro voor een Porsche 356B T5 1600 Super Cabriolet ook een mooi bedrag. En wat te denken van 189.750 euro voor een Jaguar E-Type uit 1965. Een Alfa Romeo 8C trapwagen haalde liefst 31.625 euro, waar 2.000 tot 4.000 euro de verwachting was. Oh, en deze: een Lamborghini Countach 5000S uit 1984 haalde… 333.500 euro.
Ook een Citroën Mehari uit 1979 voor 14.950 euro kan je moeilijk een koopje noemen, net als een Morris Mini Moke uit 1968 voor 23.000 euro. Anderzijds: de Jaguar XK140SE Drophead Coupé, de Facel Vega FV3 Coupé uit 1957, de Ferrari Dino 246 GT uit 1973 en de Lancia Aurelia B24S Convertible uit 1959 raakten niet verkocht bij gebrek aan voldoende gefundeerde biedingen.
Oh ja, en Kapitein Zeppos amfibie-auto? Die vond een nieuwe eigenaar voor 46.000 euro.