Bij de beruchte brand die een deel van zijn fabriek in Browns Lane in 1957 in de as legde, verloor Jaguar destijds zes ‘lightweight’ E-Types en negen van deze XKSS-modellen. Dat waren in feite ongebruikte D-Type racewagens, waar Jaguar een straatmodel van had gemaakt om ze toch maar kwijt te raken. Omdat door de brand de productie beperkt bleef tot 16 stuks, kon de XKSS uitgroeien tot een cultobject. Zeker omdat hij ook door Steve McQueen een duwtje in de rug kreeg.
Slapende techniek
Jaguars Classic-divisie besliste in 2014 al om de resterende lightweigt E-Types opnieuw te bouwen, daarna volgde de beslissing om hetzelfde te doen met de XKSS. Helemaal volgens de oude methodes. “Maar dat betekende wel dat we onszelf enige technieken opnieuw hebben moeten meester maken. De kennis was nog wel in ons bedrijf aanwezig, maar ze was slapend”, zei Jaguar Classic-baas Tim Hannig ons in een interview hierover, dat we u binnenkort volledig brengen.
262 pk
De chassisnummers van de XKSS lopen gewoon door, maar Jaguar maakt wel duidelijk dat het hier om een ‘continuation’ gaat, waarbij alle onderdelen dus nieuw zijn. Zo maakte Jaguar nieuwe carrosseriegietvormen op basis van de oorspronkelijke XKSS, maar gebruikt het wel opnieuw een magnesiumlegering. Reynolds zorgt voor de aluminium buizen van het onderstel. Hij krijgt de klassieke Dunlop
De eerste XKSS is nu klaar, Jaguar stelde hem voor in de marge van het Autosalon van Los Angeles. Hij zal dienen als ‘nulmodel’, en gebruikt worden als voorbeeld bij de vervaardiging van de negen andere.