In maart 2016 lanceerde Porsche een bijzonder versie van zijn icoon: de 911 R. Daarvan werden slechts 911 stuks geproduceerd. Ze vallen op omdat ze nog een atmosferische motor hebben in plaats van een turbo, en vooral omdat ze uitsluitend over een manuele versnellingsbak beschikken. De prijs lag al hoog: 200.000 euro. Alleen, enkele maanden later was al duidelijk te zien dat enkele 911 R’s te koop werden aangeboden voor meer dan 500.000 euro, en soms zelfs bijna een miljoen euro. Dit speculatiespel is niet in goede aarde gevallen bij Porsche, dat vreest dat op deze manier het imago van het merk en zijn volledige gamma besmeurd raakt.
Geen Porsche meer
Speculatie is in het bijzonder een probleem voor de meer exclusieve modellen in het 911-gamma, zoals de GT3 en de GT3 RS. In een interview dat verscheen bij onze collega’s van Car & Driver, spuwde Andreas Preuninger – verantwoordelijk voor de ontwikkeling van alle exclusieve 911’s – zijn gal over deze ontwikkeling. “Wat mij betreft, zie ik liever dat de auto’s gebruikt worden. Dat is ook de reden waarom wij ze ontwikkelen, niet om ze weg te bergen in een garage waar ze stof vergaren. Ik houd er helemaal niet van dat sommigen onze auto’s alleen uit winstbejag kopen. Wij zijn een autofabrikant, geen investeringsfonds.”
Hij geeft ook nog mee dat Porsche in de gaten houdt wie van zijn klanten auto’s koopt om ze vervolgens snel opnieuw te verkopen. Gezien de kleine productie vergt dat weinig moeite. De meeste hebben al een klant gevonden nog voor ze in productie gaan, Porsche weet dus om wie het gaat.
Wat meteen ook doet vermoeden dat Porsche er een black list op nahoudt waar je liever niet op wil staan.