Polestar is afgelopen weekend met een zevende plaats en een tiende plaats ‘beloftevol’ begonnen aan het wereldkampioenschap voor toerwagens WTCC in Paul Ricard in Frankrijk. Een comeback voor Volvo, en voor Polestar de gelegenheid om aanpassingen door te voeren aan de S60 en V60 Polestar voor ‘straatgebruik’.
Meer turbo
De productie van die Polestars met hun kenmerkende hemelsblauwe kleur ligt laag, wat hen uiterst zeldzaam maakt. Om te beginnen is het motorvermogen opgekrikt. De zescilinder is vervangen door een 2.0 viercilinder met een turbo die aan maximaal 2 bar blaast én door een supercharger. Dat duwt het vermogen van 350 pk naar 367 pk bij 6.000 opm. Het maximale koppel bedraagt 470 Nm van 3.100 opm tot 5.100 opm. De begrenzer grijpt pas in bij 7.000 opm. Naast de nieuwe turbo heeft Polestar ook de nokkenas, de benzinepomp en de luchtfilter aangepast, terwijl de luchtinlaat vergrootte.
Onder 5 seconden
Het gewicht ging met 20 kilogram naar beneden. Alleen is dat een relatief begrip want de Polestar komt nog steeds aan 1.796 kilogram door onder meer zijn achttrapsautomaat en zijn vierwielaandrijving. Anderzijds, elke Volvo die 100 km/u haalt in 4,8 seconden en een begrensde topsnelheid heeft van 250 km/u, is indrukwekkend.
1.500 stuks
Van de vorige Volvo V60 en S60 Polestar zijn slechts 750 stuks geproduceerd, die te koop waren in slechts 13 landen. Volvo breidt dat uit naar 47 landen, voor een oplage van 1.500 stuks. Wat nog steeds bijzonder exclusief is. Naast blauw is de Polestar ook beschikbaar in zwart, wit en grijs.