De Britse Lotus-fabriek in Hethel heeft de productie stilgelegd van de Elise, Exige en Evora. De drie modellen moeten plaats ruimen voor de productie van de nieuwe Emira en later de toekomstige elektrische modellen en SUV’s die de Britten nog in de pijplijn hebben zitten. Vooral voor de Elise wordt het een afscheid in schoonheid: de fundamenten van de kleine tweezitter dateren uit 1996, een tijd waarin de Esprit de enige andere – en veel duurdere – Lotus in de catalogus was.
Zelfs Tesla
Op 25 jaar tijd werden er 35.124 Elises geproduceerd, verspreid over drie series. Van de Exige bouwde Lotus 10.497 stuks, van de Evora 6.117 exemplaren. In totaal levert dat dus een productie van 51.738 auto’s op. En dan tellen de Britten de Opel Speedster nog niet mee, waarvan er destijds 7.200 exemplaren gebouwd werden, en de Tesla Roadster, waarvan er 2.515 stuks werden gefabriceerd. Ook de 340R, Europa, 2-Eleven en 3-Eleven gebruikten het Small Car Platform van Lotus.
Rooskleurige toekomst
Vergeleken met grote merken als Porsche zijn een goeie 50.000 auto’s op 25 jaar tijd natuurlijk klein bier. Maar voor Lotus gaat het om zowat de helft van de productie in de 73-jarige geschiedenis van het merk. De Britten kregen doorheen de jaren regelmatig te kampen met financiële problemen, maar sinds ze net als Volvo onder de vleugels van Geely zitten, gaat het hen beter voor de wind en ziet de toekomst er weer rooskleurig – en elektrisch – uit.
