Wie vandaag op zoek is naar een nieuwe auto en elektrisch rijden overweegt, zet vaak de stap toch niet door het hoge prijsverschil. De catalogusprijs van een elektrisch model ligt anno 2021 immers ettelijke duizenden euro’s hoger dan die van een equivalente benzine- of dieselversie. Die stevige meerprijs wordt veroorzaakt door de hoge prijs van lithium-ionbatterijen, en de hoge ontwikkel- en productiekost.
Daar komt stilaan verandering in. De productielocaties en –capaciteit van batterijen nemen alsmaar toe, terwijl de eerste investeringen in elektrische platformen en productielijnen steeds meer afgeschreven geraken. Ten laatste in 2027, over zes jaar, zullen elektrische auto’s goedkoper zijn dan benzinewagens. Voor modellen in het C- en D-segment en voor SUV’s zal dat in 2026 al het geval zijn. Dat berekende analysebureau BloombergNEF in opdracht van de NGO Transport & Environment (T&E).
Sneller bij bestelwagens
“EV’s zullen over zes jaar een realiteit zijn voor alle kopers van nieuwe auto’s. Ze zullen goedkoper zijn dan verbrandingsmotoren voor iedereen: van bestelwagenrijders in Berlijn tot gezinnen op het Roemeense platteland”, zegt Julia Poliscanova van Transport & Environment. Bij bestelwagens ligt het omslagpunt nog iets vroeger: kleinere bestelwagens zullen vanaf 2025 goedkoper zijn dan hun dieselversies, grotere bestelwagens vanaf 2026. In dat segment mogen de uitstootnormen strenger, vindt T&E: vandaag maken elektrische bestelwagens nog maar 2 procent van de markt uit.
Als overheden strengere uitstootnormen opleggen en andere maatregelen versnellen, zoals de uitrol van laadnetwerken, dan kunnen elektrische auto’s en bestelwagens in 2035 al 100 procent van de nieuwverkoop uitmaken, zegt T&E. Zonder extra maatregelen zal dat maar 83 tot 85 procent zijn, en dan komt de Europese deadline in het gevaar om tegen 2050 koolstofneutraal te zijn.
(Bron: BloombergNEF via Transport & Environment)