Verlekkerd? Wel, rep je dan maar, want de volledige productie van de 77 stuks is quasi uitverkocht. Op enkele rust nog een optie, dus er is nog een waterkansje.
De look van dit roofdier heeft veel verzamelaars zonder een spoor van aarzeling over de streep getrokken. In ruil voor een cheque van 1,7 miljoen euro, alstublieft. Ook in exclusiviteit zijn er gradaties, en dan sluit deze one-77 naadloos aan bij het yacht van Abramovich, of Air Force One van Obama.
Lange motorkap, korte kont
Ook technisch is de one-77 een meesterwerk. Slechts weinig constructeurs gingen in hun zoektocht naar de perfecte balans zo ver om een V12 voorin achter de vooras in te bouwen. Andere voorbeelden: de Ferrari 365 GT/B Daytona en de Jaguar E-Type. Eveneens twee legendes. Een configuratie die bijna vanzelf leidt tot een klassieke vorm voor een auto: een lang lopende motorkap en een korte kont. De geheime code van designers om snelheid zichtbaar te maken.
De V12 is 7.3 liter groot in omvang, en is volgens Wolfgang Oswald de krachtigste atmosferische motor ter wereld. Hij geeft 760 pk en 750 Nm, die een hels lawaai ontketenen wanneer Oswald de motor start in zijn Aston Martin showroom in München. By the way, een Aston start je niet met een sleutel, maar met een ‘emotion control unit’. Maar voor u en mij dus, een sleutel.
354 km/u, 3,4 seconden
Vanzelfsprekend beschik je over de prestaties die bij deze prijs horen. In 3,4 seconden staat hij aan 100 km/u, terwijl hij niet gek veel later al zijn top van 354 km/u haalt. Al zal in het echte leven omzeggens niemand het risico lopen om na te gaan of zijn dure investering deze cijfers wel weet te realiseren.
Aan boord valt vooral het minimalisme op. Geen overdaad aan knopjes, wel mooi afgewerkt carbon, geborsteld aluminium en de drukknoppen voor de automaat, in plaats van een hendel. Schakelen zelf doe je met de lepels aan het stuur.
Een carbon monocoque en een aluminium koetswerk houden het gewicht beperkt tot 1,6 ton. Wanneer je oog in oog staat met de one-77, realiseer je je meteen dat je naar een auto kijkt waar men binnen 30 jaar nog steeds over zal spreken. Alleen al zijn heupen, gevormd naar een colaflesje, zijn sinds de Corvette uit de jaren ’70 niet meer gezien.
Geen handschoenvakje
Gezeten achter het stuur, vergeet je dat Aston Martin nagelaten heeft om opbergvakjes te voorzien in het interieur. Jawel, die zijn ondergebracht in wat een koffer heet te zijn. De hele achterklep – één stuk handgevormd aluminium – biedt toegang tot een minimalistische opbergruimte, en je kan er ook morrelen aan de instellingen van de programmeerbare dempers.
Je kan vast meer doen met 1,7 miljoen euro, maar in het rijtje coole aankopen is hij ongetwijfeld een topper.