Sinds 2019 biedt Ford de Puma aan, waardoor het merk met de Blauwe Ovaal het tijd vindt voor een opfriskuur. Die schermt met een stevig hertekend interieur dat de kleinste crossover al klaar wil maken voor het elektrische derivaat, de Gen-E.
Het zit vanbinnen
Tot de komst van die Puma Gen-E later dit jaar, mogen we eerst nog even de spotlight werpen op de Puma facelift met benzinemotor. Die wordt visueel minimaal bijgepunt. Er zijn geen nieuwe bumpers, wel een aangepast lichtsignatuur voor de koplampen, verse velgen en enkele nieuwe koetswerkkleuren. Kijk je nog eens dubbel, dan zal je zien dat de mistlichten tegenwoordig in de koplampen zitten.
De grote verandering vindt echter plaats binnenin. Want daar gaat zo goed als het volledige interieur op de schop. Het dashboard is volledig nieuw, net zoals het infotainmentscherm van 12-duim en de digitale instrumentencluster van 12,8-duim. Ook het stuur verliest een spaak en het gros van de fysieke knopjes wordt op pensioen gestuurd. Het resultaat is een veel volwassener dashboard, dat misschien wel wat haaks staat op het speelse uiterlijk van de Puma.
1 liter… ook voor de ST!
Onder de motorkap stroomlijnt Ford het gamma. Voortaan is elke Puma - tot de komst van de Gen-E - simpelweg uitgerust met een 1-liter driecilinder turbobenzine. Die komt er met 125, 155 dan wel 160 pk. Dat laatste vermogen is trouwens exclusief voor de Puma ST. Jep, de Puma ST doet het tegenwoordig met een “amper” 160 pk sterke 1-liter driecilinder met automaat. Ergens doet dat pijn, als je weet dat deze Puma het doodvonnis was voor de Fiesta ST…