Voor mocht je het gemist hebben: de wereld is even uit zijn haak geslagen. Zo hebben de coronacrisis en nu ook het conflict in Oekraïne heel wat zekerheden overboord gegooid, en dat geldt met name in de autosector. Dat leidde tot flinke prijsstijgingen en ellenlange wachttijden op nieuwe auto’s, en nu blijkt uit de cijfers dat de consument daar genoeg van heeft.
De grenzen van inflatie
Constructeurs hebben na de laatste evaluatie van hun maandelijkse cijfers namelijk acapella aan persagentschap Reuters laten weten dat de vraag naar nieuwe auto’s een dalende trend vertoont. Dat zijn ook nog niet de minste merken, want Volkswagens financieel directeur Arno Antlitz liet bijvoorbeeld weten dat ondanks een vol orderboekje er wel duidelijk minder mensen in de wachtrij staan. Zelfs de CEO van BMW, Oliver Zipse, merkt een duidelijke daling in de nieuwe bestellingen, en dat merk is doorgaans de verkooptopper in heel wat Europese landen. Hetzelfde liedje is te horen bij Stellantis, waar CEO Carlos Tavares nuchter opmerkt dat ze de stijgende kostprijs voor productie duidelijk niet eindeloos kunnen blijven doorrekenen aan de consument…
Kortere wachttijden?
Andere signalen krijgen we van de hoogste treden van de autmobiele ladder, want Ferrari verhoogde zopas nog zijn verwachtingen voor dit boekjaar nadat het opnieuw een recordaantal auto’s wist te verkopen. Terwijl de orderboekjes trouwens vooral in Europa en Noord-Amerika steeds dunner worden, ondervindt de Chinese markt maar weinig afname in de vraag naar nieuwe auto’s. Dit is dus vooral een probleem in onze contreien, al zorgt het er misschien wel voor dat de wachttijden voor zij die wel een nieuwe auto besteld hebben wat korter kunnen worden.