Verlieslatend onder Ford, (zeer) winstgevend onder Tata. En dat zonder de productportefeuille helemaal om te gooien. Hoe heeft Jaguar LandRover dat mirakel voltrokken?
Mike Wright: “Eigenlijk vooral door op het moeilijkste moment in ons bestaan te blijven investeren in de ontwikkeling van onze producten. Op het moment dat Ford van ons af wilde, liepen de plannen voor de updates van 2010 voor Jaguar en Land Rover. Ik denk dat door verder te blijven investeren in onze producten we vandaag tevreden kunnen terugblikken. Want toen de vraag van de markt opnieuw aanzwengelde, stonden wij klaar met up-to-date producten, moderne motoren, de juiste uitrustingen en actueel design. En dat wisten onze bestaande en nieuwe klanten wel te waarderen.”
Ook de kwaliteit ging erop vooruit.
“Ja, al was dat een geleidelijk proces dat al een hele tijd liep. En we willen nog beter worden. We hebben zwaar geïnvesteerd in onze fabrieken, met de jongste assemblagetechnologie. Sexy is dat niet, maar als je de jongens in de fabriek beter materiaal geeft om mee te werken, leveren ze ook beter werk af.”
“Tot slot speelde een derde element een rol. Doordat we plots op eigen benen zouden moeten staan, en het hele verhaal daarrond, zijn de mensen met hernieuwde aandacht naar onze producten beginnen kijken.”
Een toevalstreffer?
“In dit vak krijg je maar zelden te maken met geluk. Maar het feit dat we onder (nieuwe eigenaar, red) Tata meer zelfstandigheid kregen, heeft ons meer zelfvertrouwen geschonken. We konden zelf kiezen hoe onze merken voortaan gepercipieerd moesten worden, en we waren niet gewoon een deel van de portefeuille van een grotere groep. Momenteel staan we er goed voor in onze klassieke markten als de USA, het Verenigd Koninkrijk en Europa, maar we moeten nog beter doen in de nieuwe groeilanden als China.”
Hoeveel groei ziet u daar nog?
“China is de snelst groeiende automarkt tout court, maar ook de snelst groeiende premium markt. Je moet er als constructeur stevig in je schoenen staan wanneer het aankomt op kwaliteit en merkimago. We trekken momenteel zo’n 20 tot 30 nieuwe dealers per jaar aan in China. Maar daarnaast zijn we er ons ook van bewust dat we ons niet mogen blindstaren op China. Ook in de andere markten moeten we blijven investeren.”
Jaguar lijkt wat verkoop betreft het zorgenkind van de groep. Wat zijn de uitdagingen voor dit merk?
“De herpositionering van Jaguar is een viertal jaar geleden gestart met de XK. Daarop volgde de XF, die het sterk doet in Europa in een zeer competitief segment. En recent lanceerden we de XJ. Daarmee is het Jaguar-nieuwe-stijl nu definitief gelanceerd. De feedback die we krijgen, bevestigt klanten en pers onze nieuwe, hedendaagse stijl appreciëren. Nu is het zaak om nieuwe Jaguars te lanceren in andere populaire segmenten.”
Een opvolger voor de weinige succesvolle X-Type dus?
“Niet als dusdanig. De X-Type, dat hebben we wel gehad. Maar het is wel duidelijk dat we in dit segment (BMW 3, Audi A4, red) aanwezig moeten zijn met een Jaguar. Maar hoe die er moet uitzien, daar zijn we nog niet uit. Wel zijn we ervan overtuigd dat met onze kwaliteiten inzake design en ontwikkeling we in staat moeten zijn om met een nieuw product voor de dag te komen dat nieuwe klanten zal weten te charmeren.”
U pronkte op het Salon van Genève nog met een Rang_e, een Range Rover Sport met een CO2-uitstoot van 89 gr/km. Niet bang van boze reacties wanneer uw klanten het officiële verbruik met het echte verbruik zullen vergelijken?
“Die officiële norm is nu eenmaal diegene die de hele industrie gebruikt. Maar we zijn ervan overtuigd dat door het gebruik van lichtere materialen en een verbeterde motorsturing onze consumenten een merkbare verbetering van verbruik en uitstoot zullen waarnemen.”
Hoe ver staan we van productie?
“Enkele maanden. Maar we krijgen binnenkort een eerste hybride versie. Later volgt dan een plug-in hybride model.”
