Huil, liefhebber van Bugatti’s W16. Want de iconische motor is - met het vertrek van de Chiron - niet meer. Huil echter niet te lang, want de gloednieuwe V16 die ‘m vervangt is zo mogelijk nog dramatischer.
Evolutie
We zouden het bijna vergeten, maar die V16 hangt achterin een gloednieuwe model van Bugatti, de Tourbillon. Die is niet vernoemd naar een racepiloot uit de jaren 30 (wat wel het geval was bij Veyron en Chiron), maar wel naar een techniek uit de premium horlogewereld. Kijk, zo’n verhaal krijg je niet bij de Dacia Duster.
Visueel is deze Tourbillon eerder evo- dan revolutie. Je krijgt de typische designkenmerken van Bugatti met een meer organische achterkant. De hoefijzer-grille staat nog steeds trots vooraan, de deuren gaan tegenwoordig open naar boven voor dat streepje extra drama. Het interieur is meesterlijk, met de mooiste materialen en een instrumentencluster die lijkt op drie aparte horloges samengevoegd in één cluster.
Plug-in Bugatti
Oké, genoeg over het design. Hoe zit het nu met die V16? Wel, die is 8,3 liter groot en werd ontwikkeld door het Britse Cosworth. Zonder turbo’s en met een rode zone van 9.000 toeren per minuut wekt deze krachtbron al een fikse 1.000 pk en 900 Nm op. Bugatti voegt echter 3 elektromotoren van 340 pk per stuk in de mix, twee op de vooras en één op de achteras. Die tappen hun energie uit een accu van 24,8 kWh en verhogen daarmee het systeemvermogen naar 1.800 pk.
Daarmee snelt deze “basisversie” van de Bugatti Tourbillon al naar honderd in 2 seconden. Pieken doet ‘ie op 445 km/u. Ook grappig: omdat het in essentie een plug-in is, kan je ook tot 60 km puur elektrisch rijden. Minder grappig is misschien de prijs: Vanaf 3.8 miljoen. Zonder twijfel staan de rijken der aarde nu al in bosjes bij de Bugatti-dealer.