Nee, het verschil zit hem niet in overheidspremies, dit zijn puur de verkoopsprijzen die Mini hanteert op beide continenten. Met overheidskorting inbegrepen, kan de prijs in de VS zelfs zakken naar 17.900 dollar, of 16.033 euro. We moeten wel nog de ‘sales tax’ mee in rekening – gemiddeld 5 procent – (28.121 euro) en er komt nog een ‘afleverkost’ van 761 euro bij ook. Maar dan zit je nog met een prijsverschil van meer dan 4.000 euro.
Mindere Mini
Krijgen de Amerikanen een andere auto dan? Nee, in beide gevallen gaat het om een in Oxford geproduceerde Mini, dus het kost BMW zelfs meer om de Mini’s over de oceaan te droppen. In beide gevallen spreken we over hetzelfde batterijpack van 32,6 kWh en een officieel rijbereik (WLTP) van 235 kilometer. Ook de Amerikanen krijgen net als wij standaard navigatie en led-lichten, dus ook daar ligt het verschil niet.
Mentaliteit
Waar ligt het dan wel aan? Mentaliteit, of noem het maar gerust snobisme, zoals destijds GM-baas Bob Lutz eens uitlegde. “De prijs die jullie voor een Volkswagen Golf willen betalen in Europa, daar kan ik maar van dromen in de Verenigde Staten.” Mini had oorspronkelijk een prijs van 35.000 dollar in gedachten, maar wanneer de grootste automarkt ter wereld duidelijk maakt dat dit te duur is voor hen, dan zakt die prijs naar wat de Amerikanen een acceptabel niveau vinden. In Europa bestaat die druk blijkbaar niet. Jammer, een elektrische Mini voor goed 28.000 euro in plaats van 33.000 euro, het zou ook bij ons een verschil maken, niet?