De strategie komt ons vaag bekend voor. Eerst met veel bombarie een nieuw compact elektrisch model voorstellen en nadien een betaalbaardere versie met benzinemotor aan de catalogus toevoegen. Jeep deed het met de Avenger en nu doet Stellantis-concerngenoot Fiat hetzelfde met de 600e. Dat beide crossovers een platform delen, is daarbij natuurlijk geen toeval. Volgens Fiat is die benzineversie bedoeld voor markten die nog niet helemaal klaar zijn voor elektrisch rijden.
Ruimere koffer
Alleszins heet de benzineversie van de 600e gewoon ‘600’ en gebruikt hij een 1.2-driecilinder benzinemotor van 100 pk. Die krijgt ondersteuning van een elektromotor van 21 kW (28,6 pk) en een 48-voltbatterij. Een mild-hybridsysteem dus, dat bij lage snelheden (manoeuvres, filerijden) en bij het starten de benzinemotor ontlast. De 600 Hybrid heeft eveneens een coastingfunctie. Die ingrepen moeten het verbruik en de CO2-uitstoot temperen: de Italianen geven een gemiddelde uitstoot op van 110 tot 114 g/km.
De milde hybride aandrijflijn bevat geen grote batterij, dus is het koffervolume van deze 600 iets groter dan dat van zijn elektrische evenknie, de 600e. Om precies te zijn: 20 liter groter, 385 in plaats van 360 liter. Verder blijven de visuele verschillen tussen beide versies beperkt. Ook voor deze 600 plant Fiat een uitgebreid aangeklede La Prima-versie naast een naamloze basisversie. Prijzen zijn er voorlopig nog niet.