Hoewel Mini bij de lancering van de nieuwe generatie Cooper hatchback en Countryman SUV vooral de focus legde op elektrificatie, krijgt de sportiefste Countryman nog lekker een benzinemotor onder de kap. Maak kennis met de Countryman John Cooper Works.
Rode rakker
Daarmee is het al de derde keer dat Mini de JCW-badge op een Countryman plakt. En al sinds de eerste generatie voeren rode accenten de boventoon. Dat is niet anders bij deze derde generatie. Hoewel Mini voor wat meer minimalisme gaat, merk je natuurlijk meteen het vlaggenmotief in de grille op. Ben je daar toch aan het turen, kijk dan ook even naar het gloednieuwe JCW-logo. De flank laat zich typeren door 18- of 19-duims velgen, terwijl de derrière voor het eerst vier einddempers krijgt. Eén per cilinder voorin dus.
Hoppen we even binnen, dan zien we dat de designers een serieuze uitdaging voor de boeg hadden. Leder is namelijk verbannen in nieuwe Mini’s, waardoor we een overvloed aan textiel te zien krijgen. Zowel het dashboard als de sportstoelen krijgen daarbij - jawel - rode accenten. Hoewel de sportiefste van het gezelschap, is de achterbank nog steeds verschuifbaar (13 cm) en kan je in de koffer 460 tot 1.450 liter kwijt.
Euhm, trager?
Een John Cooper Works draait natuurlijk voor een groot deel rond de motor. Net zoals voordien lepelt Mini een 2-liter viercilinder turbobenzine voorin. Al komt hier het eigenaardige nieuws. Hoewel die bij de vorige generatie 306 pk mocht opwekken voorin de Countryman JCW en hoewel Amerika de nieuwe versie krijgt met 312 pk, moeten wij Europeanen het doen met 300 pk en 450 Nm.
Om dat te duiden; met zijn sprint van 5,4 seconden naar de honderd is de nieuwe Countryman John Cooper Works… trager dan zijn voorganger (5,1 s). De top van 250 km/u blijft evenwel identiek. Net zoals de standaard aanwezige vierwielaandrijving. Je koopt ‘m dus voor de grotere dimensies, niet voor de toegenomen prestaties, deze Countryman John Cooper Works.