Het Franse Citroën gebruikt graag haar C4 als proeftuin voor wat wat komen zal. Zo verscheen er in 2014 de C4 Cactus die ons klaar stoomde voor een Citroën waarbij Airbumps de norm zouden worden. Vandaag is er de ë-C4, een auto die ons naar het Citroën van de toekomst moet begeleiden. Met futuristische looks en elektrifactie onder de kap.
Koerswijziging
Laat ons alvast starten met die looks. Die breken namelijk volledig met het Citroënd dat we al kennen. Op zich hallucinant, gezien de nieuwe designtaal van het Franse merk nog geen decennium oud is. De ë-C4 en C4 houden het midden tussen SUV en sedan. Een crossover dus. Eentje die met drukke lijnen en expressieve lichten zijn designstatement wil neerzetten.
Binnenin kan je echter even tot rust komen, want het interieur is rustig maar toch hightech. Met dank aan een digitale instrumentencluster, infotainmentscherm en head-updisplay. En o ja, terug fysieke knopjes voor de airco. Citroën heeft duidelijk geluisterd naar haar klanten.
Benzine, diesel en EV
Onder de kap van deze nieuwe C4 vallen zowel benzine- als diesel- als volledig elektrische motoren te rapen. Opteer je voor die laatste, dan heet je C4 meteen ook ë-C4. Details geeft Citroën nog niet vrij, simpelweg omdat het Franse merk de wereldpremière voor deze auto plot op 30 juni.
De kans is echter reëel dat de ë-C4 gebruik zal maken van de aandrijflijn die we ook al kennen van groepsgenoten DS 3 Crossback E-TENSE en Peugeot e-208. Het gaat dan over een elektromotor op de vooras van 136 pk en een accu van 50 kWh. De diesel is zonder twijfel de 1.5-liter van de groep, terwijl de 1.2 driecilinder turbo zonder twijfel in mag staan voor de benzinekant.