Al sinds zijn opstart begin vorig jaar windt Stellantis er geen doekjes om. Het nieuwe moederhuis van onder andere Peugeot, Fiat, Opel en Citroën begon vrijwel meteen met het bekendmaken van deadlines waarop zijn merken zuiver elektrisch zouden worden. DS Automobiles is bijvoorbeeld als eerste aan de beurt in 2024, het vrijwel uitgestorven Lancia moet vanaf 2026 een reeks EV’s in het gamma krijgen, Opel wordt in 2028 uitstootloos en Peugeot schrapt de verbrandingsmotor in Europa vanaf 2030. Om die beslissingen kracht bij te zetten moeten de merken snel schakelen, en één van de eerste stappen blijkt nu de volledige elektrificatie van de personenbusjes te zijn.
“E” alom
Bij Citroën gaat het dan om klinkende namen zoals de Berlingo en de Spacetourer die voortaan enkel nog met elektromotoren in de catalogus staan, bij Opel zijn dat de Combo en de Zafira Life en in de Peugeot-configurator zijn de Rifter en Traveller niet meer zonder ‘e-‘ voor hun naam te bekennen. Deze busjes delen over de merken heen hun onderstellen en koetswerken, wat het overzicht van de elektrische modellen vrij eenvoudig maakt. De ë-Berlingo/Combo-e/e-Rifter biedt een elektromotor met 136 pk op de vooras en een accupakket van 50 kWh, goed voor 280 kilometer. Bij het bestellen van een grotere ë-Spacetourer/Zafira-e Life/e-Traveller kan je dan weer kiezen uit batterijen van 50 of 75 kWh, goed voor een rijbereik tot 330 kilometer.
Naar Toyota dan maar
Het grootste probleem is in dit geval misschien nog niet de actieradius maar wel de vanafprijs van deze gezinswagens. Zo wordt de goedkoopste Peugeot Rifter in één klap zo’n 13.000 euro duurder en moet je door deze wijziging plots minstens 54.118 euro neertellen voor een Opel Zafira. Is je dat allemaal net iets te hoog gegrepen? Dan kan je voorlopig wel nog terecht bij Toyota, dat zijn technisch identieke ProAce City Verso en ProAce Verso wel nog gewoon met verbrandingsmotoren in de aanbieding heeft.