De hoop van Vorst. Zo kan je de kleinste Audi nog het best samenvatten. Hij rolt exclusief van de band in de Brusselse fabriek, en Audi hoopt zo snel mogelijk een jaarproductie van 90.000 stuks te draaien. Audi wil met de A1 zoveel mogelijk klanten wegsnoepen van Mini.
Werkwijze
Hoe gaat Audi dat doen? Grof gesteld door een Polo een hip jasje te geven. Op zich zien we daar geen probleem mee. Het huidige Polo-onderstel is stabiel en best sportief, maar het zal flink wat goochelkunsten vergen om het kartgevoel van de Mini te kunnen benaderen. Het standaard elektronische sperdifferentieel is er daar één van.
Styling
Maar in styling mag de A1 gerust naast de Mini staan. Hij maakt indruk, en zijn (nep) aluminium zijstijlen zijn een ingenieuze vondst. Audi benadrukt er zijn imago van aluminiumbouwer mee, en ook al is het allemaal staal, met een basisgewicht van net boven 1.000 kilogram kan je de A1 bezwaarlijk een dikkerd noemen. De koplampen zijn uitgerust met een door LED-licht gevoed lijntje dat overdag voor herkenbaarheid zorgt. Ook voor de styling van het interieur heeft Audi moeite gedaan. Je herkent er niets in van de Polo. De – opnieuw nep – alu details zijn voorbehouden voor de duurdere afwerking.
Motoren
De voorwielen krijgen in eerste instantie vermogens tussen 86 pk en 122 pk te slikken. Uitsluitend via kleine motoren. De basis is een 1.2 benzine (86 pk), die met een turbo erbij 105 pk ontwikkelt. De 1.4 benzine TFSI is goed voor 122 pk, 200 Nm, een top van 200 km/u en een gemiddeld verbruik van 5,1 liter met de optionele zeventraps DSG-versnellingsbak. Die DSG is standaard gekoppeld aan een start/stop-systeem.
De dieselbrigade maakt gebruik van de 1.6 turbodiesel met common railinspuiting. Die debuteert met 90 pk (3,8 l/100 km – CO2: 99 gr/km), maar bestaat ook met 105 pk (3,9 l/100 km). De A1 debuteert in Genève en komt tegen de zomer op de markt. Verwacht minstens 18.000 euro te betalen.
