Autoscout24 kon al een proefrit maken met het prototype van de Imperia GP. Het is heuglijk nieuws dat er eindelijk nog eens een Belgisch automerk boven de doopvont wordt gehouden. Het gedurfde project van Green Propulsion kreeg de voorbije jaren concrete vorm, zodat in 2013 de Imperia GP eindelijk op de markt komt. Deze roadster met parallelle plug-in hybride hoopt een unieke plaats op de markt in te nemen met een combinatie van innovatieve technologie, een nostalgisch design en sterke prestaties gekoppeld aan een bijzonder laag verbruik.
‘Green Propulsion ontwikkelt al geruime tijd hybride aandrijftechnologie voor de autosector. Het idee om zelf een volledige hybride wagen te bouwen lag dus voor de hand’, licht CEO Yves Toussaint het ontstaan van de Imperia GP toe. ‘Een vijftal jaar geleden vonden we niet onmiddellijk een partner bij de automerken, waarop we besloten het project volledig zelf te realiseren. De merknaam Imperia bleek vrij van rechten, zodat we meteen een prachtig aanknooppunt hadden met de regio Luik, waar we gevestigd zijn, en de vaderlandse autogeschiedenis.’
Weldra 100 wagens per jaar
De herlancering van Imperia Automobiles werd in 2008 aangekondigd en vorig jaar verscheen de eerste maquette van de Imperia GP op het autosalon van Brussel. Ondertussen werd koortsachtig gewerkt om het eerste model productieklaar te krijgen. De deadline nadert, want in januari wordt de roadster op het autosalon van Brussel voorgesteld en in de lente zouden de eerste klanten hun exemplaar in ontvangst moeten nemen. ‘Momenteel zijn we bezig met de finale testen en de voorbereiding van de productie’, geeft Yves Toussaint een stand van zaken. ‘In 2013 bouwen we een eerste serie voertuigen, waarna het productievolume stilaan wordt opgedreven tot 100 eenheden per jaar. Op termijn willen we tot een jaarlijkse productie van 200 wagens komen en eventueel ook andere varianten of nieuwe modellen aanbieden. Maar dat is voorlopig nog toekomstmuziek.’
Bemiddelde early adopters
Imperia mikt op ‘early adopters’ die gefascineerd zijn door nieuwe technologie en exclusieve sportwagens, en daarvoor ook een flinke duit willen neertellen. De Imperia zal immers 94.490 euro kosten, terwijl voor de ‘First Edition’ (waarschijnlijk beperkt tot 50 stuks) zelfs 124.490 euro moet worden opgehoest. Daarmee zit de Imperia GP in de prijsklasse van de exclusieve GT’s.
Terecht volgens Yves Toussaint: ‘De Imperia GP zet prestaties vergelijkbaar met een Porsche 911 neer, terwijl het verbruik lager dan een Smart uitvalt. We stellen een sprint van 0 tot 100 km/u in 4 seconden voorop, met een verbruik van 1,9 l/100 km en een CO2-uitstoot van 50 g/km. Daaraan voegen we nog het neusje van de zalm op vlak van hybride technologie met een gecombineerd vermogen van de 1.6 liter-turbomotor en de elektromotor van 350 pk, lithium-polymeer-batterijen die een autonomie van 60 km toelaten en een onuitgegeven transmissie met dubbele verhoudingen waarop Imperia het patent heeft. Tenslotte zijn bij de ontwikkeling heel wat specialisten betrokken, zoals Solution F dat het chassis tekende, Evo dat de elektromotor leverde of onze productieverantwoordelijke Pascal Cremer, die jarenlang bij Carat Duchatelet werkte.’
Verleidelijk en snel
Tijdens mijn bezoek aan Imperia werd nog duchtig gesleuteld aan het prototype, waarmee toch al een eerste proefrit mogelijk was. Aangezien een nieuw onderdeel van de transmissie nog niet geleverd was, verliep de rit 100% elektrisch. Het koetswerk was zo goed als afgewerkt, maar het interieur bevond zich nog in de prototype-fase met een wirwar van kabels en stekkers, en een tablet als dashboard. ‘De productieversie krijgt uiteraard een hoogwaardige afwerking in neoklassieke stijl, maar zo krijg je al een gevoel van de auto’, merkt Yves Toussaint op. ‘De cockpit zal ook ruimer zijn met geprofileerde deurpanelen en een smallere middentunnel na de lagere montage van de elektromotor.’
Het ritje in de omgeving verloopt verrassend vlot, ook al zorgt dus enkel de elektromotor voor de aandrijving. De 100 kW en vooral de 300 Nm koppel laten de Imperia GP toe erg vinnig uit de startblokken te schieten en ook het rijgedrag van de tweezitter lijkt uitgebalanceerd. Daarmee is duidelijk dat de Imperia heel wat potentieel bezit als sportwagen, al kan een definitief oordeel natuurlijk pas geveld worden aan het stuur van de productieversie.
