Auto’s als deze worden tegenwoordig niet meer gemaakt. Auto’s waarbij alles op zijn kop gezet is en niets nog overblijft van het oorspronkelijke concept. Renault deed het al twee keer, met de R5 en met de Clio.
Renault 5 Turbo
De Renault 5 heeft aan de basis niets sportief. Hij is in de jaren ’70 de zoveelste in het rijtje van populaire Renaults voor de massa, na de 4CV, de Dauphine en de R4. Maar eind jaren ’70 profileert Renault zich volop op de motorsportscène als trekker van de turbo, met overwinningen in Le Mans en in de Formule 1 op het palmares.
De Renault 5 Turbo is ontstaan tijdens een autorit begin 1976 waarbij productverantwoordelijke Jean Terramorsi en diens assistent Henri Lherm freewheelden over hoe leuk het zou zijn om een sportieve topper te hebben op basis van de Renault 5. Niet alleen zou hij zo voor sportieve successen kunnen zorgen, maar Renault zo zou ook de eerste in serie gebouwde turbo op de markt kunnen brengen. De Renault 5 Turbo zou zo de gedroomde opvolger van de Alpine A110 berlinette in de rally kunnen worden.
Rood of blauw
Voor half werk was geen plaats. De 1,4-liter motor uit de R5 Alpine kreeg een turbo en verhuisde naar de achterbank, de aandrijving ging naar de achterwielen. Bertone en Marcello Gandini kregen de vraag om het koetswerk aan te passen. De bijkomende nood aan motorkoeling verklaart het bredere koetswerk achteraan. In 1980 startte de productie van de R5 Turbo, die in zijn eerste generatie uitsluitend in het blauw of in het rood kon worden besteld.
Bruut
De kleine pitbull is ook vandaag nog een droom om mee te rijden. Renault puurde 160 pk uit de kleine viercilinder, wat destijds gigantisch was. De R5 Turbo weegt slechts 970 kilogram. Zijn topsnelheid van 210 km/u zal vandaag een hautaine gniffel ontlokken, maar weet dat slechts weinig hedendaagse auto’s je de kick zullen bezorgen die de R5 Turbo je geeft. De motor hijgt in je nek, de viercilinder klinkt rauwer naarmate de toeren stijgen en hij reageert onmiddellijk. Er is meer grip dan je zou denken, alleen bruut van het gas komen kan je maar beter vergeten wil je niet beginnen spinnen als een tol. Wie op zoek is naar puur rijplezier waarbij de input van de bestuurder van tel is, zal zijn hart ophalen in de R5 Turbo. Van de eerste generatie (1980 – 1982) Turbo bouwde Renault 1.678 stuks, van de tweede generatie Turbo 2 volgden 3.167 exemplaren. Reken op vraagprijzen tussen 50.000 en 130.000 euro vandaag.
Renault Clio V6
In 2000 kreeg het gekke verhaal onverwacht een vervolgstuk, het resultaat van een designwedstrijd. De Clio, de al even populaire opvolger van de Renault 5, mocht langs bij Renault Sport voor een volledige make-over. Net als in de R5 Turbo verhuisde de motor naar achter, alleen kwam er deze keer geen turbo aan te pas. De 3-liter V6 uit de Avantime werd opgepept tot 230 pk en 300 Nm. Meer vermogen, maar ook meer gewicht: 1.355 kilogram. De Clio V6 haalt weliswaar een top van 235 km/u, maar in de spurt naar 100 km/u is het verschil beperkt. De Clio V6 heeft 6,4 seconden nodig, maar met zijn tijd van 6,9 seconden zit de R5 Turbo hem op de hielen.
Tweede generatie
De eerste generatie Clio V6 (2000 – 2003) kende een problematisch debuut. De eerste tests spraken van een listig autootje dat zijn wil oplegde aan de bestuurder. Bovendien was de bouwkwaliteit ondermaats. Renault had de Clio V6 uitbesteed aan TWR, maar dat bleek niet de beste beslissing. In 2003 volgde de Phase II Clio V6, met scherpere neus. Renault haalde er Porsche bij om de scherpe kantjes weg te vijlen, en de V6 wat meer pit te geven. Het resultaat: 255 pk en van 0 naar 100 km/u in 5,9 seconden. Topsnelheid: 246 km/u. Daar waar de eerste Clio V6 nauwelijks sneller was dan de RS, was de Clio V6 Phase II duidelijk baas. Bovendien was hij een stuk voorspelbaarder.
Nooit stoppen
We denken nu nog steeds met een grote glimlach aan de dagen die we in het gezelschap van de Clio V6 Phase II mochten doorbrengen. Zelden hebben we meer kilometers op de teller van een testwagen gezet. De benzinerekening was navenant, maar verdween in het niets bij die heerlijke V6 die in je oor gromde. De Clio V6 haalt vandaag vraagprijzen die schommelen tussen 30.000 en 75.000 euro.
Tussen de R5 Turbo en de Clio V6 lag exact twintig jaar. Waar blijft ons vervolgstuk Renault?