Dat succes is geen toeval, de Renault-groep heeft het merk de middelen geschonken om dit doel te bereiken. Dit jaar viert Dacia zijn vijftigjarig bestaan. Een verjaardag die het wel verdient om even bij stil te staan. Volgens de geruchten mogen we ons volgend jaar aan een nieuw model verwachten. Sommigen zullen bij deze verjaardag vooral denken aan wat een moeilijke periode voor Roemenië was, anderen zullen het vooral over het succesverhaal willen hebben dat daarop volgde. Dat succes is te danken aan Louis Schweitzer, destijds de grote man bij Renault. Hij en zijn medewerkers hadden het idee, nadat ze 51 procent van de aandelen van Dacia hadden overgenomen in 1999, om de eerste budget-auto onder Dacia-vlag te lanceren. In 2004 was de Dacia Logan een feit.
Slimme aankoop
Bijna 15 jaar na zijn lancering schetsen de cijfers van Dacia een fraai plaatje. Sinds Renault het roer in handen nam bij Dacia zijn al 5,2 miljoen auto’s van het merk verkocht. Dacia’s zijn te koop in 44 landen. In de fabriek in Pitesti loopt elke 54 seconden een Dacia van de band. Niet mis. Vandaag bestaat het gamma uit zes modellen. De verantwoordelijken zien hun auto’s niet meer als een low cost-product. Wel zijn de Dacia-klanten op zoek naar de best mogelijke prijs/kwaliteit-verhouding. Net zoals ze dat ook in de betere budget-supermarkt verwachten ook.
Oorlogsmachine
Dacia heeft over succes al niet te klagen, maar het ziet er ook naar uit dat de toekomst er al even stralend uitziet. Want het Roemeense merk maakt het voorwerp uit van de Global Access-strategie die drie productfamilies voorziet voor Dacia, gebaseerd rond de Logan, de Duster en de Kwid. Deze strategie wil betrouwbare, moderne maar betaalbare Dacia’s naar alle uithoeken van de wereld brengen. Roemenië blijft daarin een bepalende rol spelen. De Pitesti-site is een heel complex waarin een carrosserie- en assemblage-afdeling verwerkt zijn, een internationaal logistiek centrum maar ook het technisch centrum Titu, intussen de op één na grootste onderzoeksafdeling van de Renault-groep wereldwijd. Ook Renault Design Central Europe vindt er een onderkomen. Dit designcentrum is betrokken bij het design van alle modellen uit de Renault-groep, en is één van de belangrijkste pijlers om Global Access gestalte te geven. Je ontmoet er dus zowel Franse als Indische designers, maar ook Russen en Japanners.
Een dergelijke operatie draagt natuurlijk een prijskaartje. Tussen 2000 en 2017 heeft de groep Renault liefst 2,8 miljard euro geïnvesteerd in zijn infrastructuur in Roemenië. Tegen 2022 moet die investering zijn vruchten dragen en de Renault groep helpen om jaarlijks meer dan 2 miljoen auto’s te verkopen uit het Global Access-gamma.
