In de herfst van 1958 passeert een 23-jarige Amerikaanse milicien voorbij de showroom van een dealer in Frankfurt. Zijn oog valt er op een witte BMW 507. Na een korte testrit koopt hij meteen de auto. De milicien is de jonge rockgod Elvis Presley, die zijn carrière even ‘on hold’ moest zetten om zijn dienstplicht in Duitsland te vervullen.
Welk chassisnummer?
Alleen, wat gebeurde er met de auto na Elvis’ dienstplicht? Bleef de 507 achter in Europa, of ging hij mee naar de States? Vijftig jaar lang bleef men het spoor bijster. Tot de Amerikaanse journaliste Jackie Jouret de voorgeschiedenis van Elvis’ witte BMW 507 bijeen puzzelde. Het chassisnummer en de gegevens van de auto waren in de loop van de jaren in de plooien van de geschiedenis gesukkeld. Maar Jouret achterhaalde dat het om chassisnummer 70079 en nummerplaat M-JX 800 moest gaan. Een auto die om meer dan één reden bijzonder bleek voor BMW.
Koning Boudewijn
Dat exemplaar van de in 1955 voorgestelde roadster, rolde op 13 september 1957 van de band. BMW gebruikte hem als showwagen op het Salon van Frankfurt, enkele dagen later. Vervolgens is hij gebruikt als perswagen voor demoritten. De beroemde piloot Hans Stuck reed hem in oktober 1957 naar de Londense autoshow en liet de auto op de terugweg zien aan koning Boudewijn. Daarna ging hij naar het Autosalon van Turijn. Stuck reed en won ook verschillende klimkoersen met deze auto, die in de zomer van 1958 met een nieuwe motor en versnellingsbak verkaste naar… een dealer in Frankfurt.
Boodschappen in lippenstift
Presley gebruikte de auto voor zijn verplaatsingen tussen zijn woning in Bad Nauheim en de legerbasis in Friedberg. Vrouwelijke fans lieten geregeld boodschappen na, met lippenstift geschreven op het koetswerk van zijn witte BMW. Tot ergernis van The King, die het probleem oploste door zijn auto rood te laten spuiten.
In maart 1960 zat Presley’s dienstplicht er op. Blijkbaar nam hij de auto toch mee, want hij verkocht hem enkele maanden later aan een Chryslerdealer in New York. Uiteindelijk belandde de BMW 507 in een pompoenenschuur bij ruimtevaartingenieur Jack Castor. De man, een verzamelaar, wist wel dat zijn auto racegeschiedenis had met Stuck. Maar hij miste intussen de motor en de versnellingsbak van de BMW, die door een vorige eigenaar waren ingeruild voor Chevrolet mechaniek. Tot hij een stuk las van Jackie Jouret en zo duidelijk werd dat hij de Presley-auto in zijn garage had staan.
Zoals Presley hem zou zien
Jouret verwittigde het Classic departement van BMW, dat met Castor overeenkwam dat ze de auto volgens zijn inzicht zouden restaureren en hem dan overkopen. Castor wilde hem wit, zoals Elvis Presley hem in de showroom moet hebben gezien.
Twee jaar hebben de specialisten van BMW gezwoegd. De stoelen moesten volledig worden herbouwd, maar in de stijl van de fifties. De deurklinken en raamhendels zijn via een 3D-printer opnieuw gefabriceerd, op basis van de originele.
Herbouwde motor
De 3.2 V8 motor is opnieuw samengesteld op basis van nieuwe en van reserve-onderdelen, maar om de geschiedenis niet te vervalsen, kreeg hij geen motornummer. Na twee jaar restauratiewerk is de auto eindelijk klaar. In de staat zoals Castor hem wilde, staat hij binnen enkele weken op het gazon van Pebble Beach in de Verenigde Staten. Jack Castor kan hem jammer genoeg niet meer zien, hij overleed in november 2014 op 77-jarige leeftijd. De prijs van de restauratie is niet bekend, maar voor BMW is dat hoe dan ook een auto die van onschatbaar belang is.
