Misschien ben ik wel de enige die zich daarover verbaast. Want in mijn hoofd is Citroën de grootste pionier, meer dan die andere merken. Elk merk heeft natuurlijk zijn toppers, maar volgens mij heeft Citroën meer opmerkelijke modellen geproduceerd dan de anderen. We zullen het vast nog wel een paar keer over deze bijzonder verjaardag hebben, maar om te beginnen hebben we voor u vier van onze favoriete Citroëns opgelijst. En daar maakt de Traction Avant geen deel van uit. Natuurlijk is deze keuze persoonlijk en emotioneel. Hopelijk begrijpen de Citroën-liefhebbers dat hier enkele klassiekers ontbreken.
Type A – 1919
De eerste keuze is eigenlijk allerminst persoonlijk, noch emotioneel. De Type A is gewoonweg de eerste Citroën. Je kan hem onmogelijk buiten beschouwing laten, want hij heeft meer te bieden dan het feit alleen dat hij de eerste Citroën is. André Citroën kon ook zeggen dat hij de eerste Europeaan was die een assemblagemethode uit de Verenigde Staten overnam, bedacht door ene Henry Ford. Voor Citroën bestond er in Europa nog geen constructeur die in ‘de band’ geloofde. De efficiëntie in de assemblage was zo overduidelijk dat de andere constructeurs al snel volgden.
De Type A moest dus hoe dan ook in dit lijstje, want al van bij zijn eerste model zette Citroën de autowereld op zijn kop in Europa.
2PK – 1949
Ook deze is onmisbaar in het lijstje. Maar het is vooral omwille van de emoties die er aan vasthangen, dat we de 2PK een plaats in dit overzicht geven. Wie houdt er nu niet van een 2PK? Ik ben er helemaal gek van, zoals ik eigenlijk van alle bescheiden en ‘rustieke’ auto’s uit de recente geschiedenis houd. Dit zijn de auto’s die zoveel mensen en gezinnen voor het eerst hebben laten proeven van de geneugten van ‘individuele mobiliteit’.
Zijn geschiedenis is bekend. In 1937 werden de eerste plannen gesmeed, net nadat Michelin Citroën kocht. De codenaam van de eerste 2 PK was TPV (Toute Petite Voiture, of Hele Kleine Auto). In het lastenboek stond onder meer dat hij een mand vol eieren over een veld moest kunnen transporteren zonder er één te breken. Op het moment dat de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, zijn er al 250 exemplaren gebouwd. Die worden allen gedemonteerd en vernietigd, op enkele prototypes na die in kelders en in schuren verborgen worden. Hoewel de ontwikkeling doorging tijdens de oorlog, is het pas na de bevrijding dat hij opnieuw op dreef komt. Zijn carrière duurt uiteindelijk van 1949… tot 1990.
Persoonlijk zou ik graag nog enkele varianten van de 2PK aan het lijstje toevoegen. De ene zie ik al liever dan de andere. Zo hou ik enorm van de Dyane en zijn bestelwagenversie, de Acadiane. Maar ik houd ook van de 2 PK bestelwagen, en van de Ami6 en de Ami8. En bovenal houd ik van de Mehari. Toch blijf ik uiteindelijk vasthouden aan de 2PK, vooral omdat met mijn laatste keuze de Mehari niet ver uit de buurt is.
DS – 1955
De DS. Ja, nog zo’n onmisbaar monument. Een auto die bepalend was voor zijn tijd, en niet alleen in Europa. De DS is wereldwijd een icoon, daar bestaat geen twijfel over. In de jaren ’50 was in zijn prijscategorie geen enkele andere auto zo comfortabel, zo snel, zo veilig en vooral zo vooruitstreven op esthetisch vlak. Dit is voor mij een heel persoonlijke keuze. Voor mij staat de DS in mijn top-tien aller tijden. De oorzaak ligt misschien wel bij het feit dat mijn vader er twee had in mijn jeugd: een witte en een blauwe.
Ik zou liegen moest ik nu zeggen dat ik me nog steeds zijn comfort voor de geest kan halen, of van de beleving aan boord. Maar wat ik me wel nog herinner is de uitstraling die zo’n DS op de weg had. Hoe majestueus hij in de garage geparkeerd stond, hoe de hydraulische ophanging een kleine ‘check’ deed bij de start… dat allemaal wel. Meer nog dan voor zijn technische kwaliteiten kies ik de DS in dit lijstje voor zijn charisma, zijn design en omdat hij voor mij zoals een Madeleine van Proust is en vasthoudt aan een bepaalde periode in het leven.
C3 Pluriel – 2003
Oh ja, hier zullen jullie met veel zijn – te beginnen met mijn collega Johan – om je zorgen te maken over mijn mentale gezondheid. Maar ik durf het luidop te zeggen: ik ben steeds een fan geweest van de Pluriel. Toegegeven, hij heeft heel wat kwaliteitsproblemen gekend, zeker in het begin. Torsiestijfheid, en hierdoor ook de rijdynamiek, is niet zijn sterkste punt. Een schoon gezicht heeft hij al evenmin. Maar wat een leuk idee om een moderne Mehari te maken met een vorm die erg veel weg had van een 2PK (zeker in tweekleurentint leek hij wel een Charleston).
Je kon ermee doen wat je wou: gewoon het stoffen vouwdak wegklappen tot tegen de achterruit. Of een echte cabrio door het vouwdak en de achterruit weg te bergen in de koffer. Je kon zelfs de dakbogen verwijderen, net als de achterbank en de klep achteraan kon je openlaten, zoals een pick-up. Was het moeilijk om de dakbogen te verwijderen? Absoluut, net als bij een Mehari, en die kreeg zelden die kritiek. Ik zou daaraan willen toevoegen dat je een C3 Pluriel wel in de winter kon gebruiken, hij had tenminste een verwarming. En je kon ermee op de snelweg. Hij was een klein wonder, die C3 Pluriel. Misschien is hij tot op vandaag wel de laatste Citroën op wiens creativiteit geen maat stond. Het hoeft niet uw mening te zijn, maar het is wel de mijne.