Eind jaren ’60 bedenken enkele Fransen, niet verbonden aan Citroën, in Ivoorkust dat ze een 2PK wel zouden kunnen ombouwen opdat hij de lokale brousse zou kunnen overwinnen. Hij krijgt een koetswerk dat vaag aan een Jeep doet denken.
Baby-Brousse
De grote lijnen zijn meteen duidelijk: hij krijgt een open koetswerk uit staal, een voorruit die je kan neerklappen, symbolische deurtjes, vier plaatsen of twee plaatsen en een grote laadruimte, en een zeil dat dienst doet als dak. De wagen krijgt de naam ‘Baby-Brousse’, er worden 30.000 stuks van gemaakt die in Afrika, Vietnam, Chili, Iran en zelfs tot in Griekenland te vinden zijn.
Dat succes dringt ook door tot bij Citroën, dat zijn eigen visie op de Baby-Brousse doordrukt in de loop van de jaren ’60: de FAF (Facile à faire, facile à financer) is minder succesvol dan de Baby-Brousse, maar er beweegt duidelijk iets.
Buggy’s en oorlogshelden
De Baby-Brousse valt ook samen met een nieuwe trend die in de Verenigde Staten de kop opsteekt in de jaren ’60: de buggy’s. Ze delen enkele punten, zoals een mechanische basis van een goedkope auto, bescheiden mechaniek maar wel robuust, en gebruiksgemak op elk terrein.
De buggy heeft wel een plastic koetswerk, en dat wekt de interesse op van Roland Paulze d’Ivoy de la Poype. Dat is een Frans jachtpiloot en een held uit de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog werkte hij op plastic. Hij heeft dan al zakelijke connecties met Citroën, voor wie hij al het dashboard van de Citroën DS aanlevert. Samen met een Citroën-designer werkt de la Poype een plastic koetswerk uit, dat al in de productie geschilderd wordt en goedkoop te vervangen is. Als onderstel gebruikt hij de 2PK. Waarmee de Mehari geboren is, genoemd naar een dromedarissoort die de Touaregs gebruiken.
De lancering van de Citroën Mehari gaat bijna onopgemerkt voorbij, want ze valt samen met belangrijker gebeurtenissen als mei ’68 dat Frankrijk en Europa op zijn kop zetten. Weinig weerklank dus, maar dat zat zijn commercieel succes uiteindelijk niet in de weg. Tussen mei 1968 en 1987 zijn er zo’n 144.000 Mehari’s geproduceerd, een mooi succes voor een al bij al beperkt bruikbaar voertuig.
De graal
De Citroën Mehari is tot op vandaag populair. Wie een concours-exemplaar zoekt in onze advertenties op AutoScout24 zal merken dat je daarvoor al snel 20.000 euro moet betalen. Maar de echte graal, dat is de Mehari 4x4. Daarvan zijn er tussen 1979 en 1983 slechts 1.200 van geproduceerd. Op Rétromobile in 2016 werd er bij Artcurial zo’n Mehari 4x4 geveild voor 50.100 euro.
De erfenis
Kan dit succes een vervolg krijgen? Velen hebben het geprobeerd: Renault met de Rodeo (1970 – 1987), Aixam met de Mega Club op basis van een Citroën AX (1992 – 1998) en ook Citroën zelf met eerst de C3 Pluriel (2003 – 2010) en vandaag met de e-Mehari. Niemand slaagde er ooit in om de eenvoud, de samenhang en de sympathie van de oorspronkelijke Mehari samen te brengen. Een mooie geschiedenis, voor een plastic eendje.