De Audi Sport Quattro is een evolutie van de Quattro Coupé waarmee Audi al in 1981 de concurrentie duidelijk maakte dat het een geheim wapen gevonden had dat het merk onoverwinnelijk maakte in de rallysport: vierwielaandrijving. In 1982, 1983 en 1984 won Audi wereldtitels bij ofwel de piloten, ofwel de merken.
Maar de Quattro had ook een tekortkoming: de in de lengte gelegde vijfcilinder stak een stuk voor de vooras uit, wat hem flink onderstuurd maakte. De Sport Quattro moest daar wat aan doen.
Carbon en kevlar
Audi bracht in 1983 de Sport Quattro (S1) uit, een verkorte versie met meer vermogen. Tussen de beide wieltreinen knipte Audi 32 centimeter weg. Je herkent hem ook zijn grotere welvingen rond de wielkasten waar grotere wielen plaatsnemen. Koetswerkspecialist Baur mocht koetswerkpanelen uit kevlar- en carbon leveren, al leverde al dat dieetwerk uiteindelijk slechts een winst van 30 kilogram op.
Maar dat compenseerde Audi ruimschoots door te morrelen aan de 2.1 vijfcilinder. Die kreeg dubbele nokkenassen en een aluminium kleppendeksel. Samen met wat meer turbodruk sprong het vermogen zo van 200 pk naar 306 pk, in competitie werd dat zelfs 510 pk. In de jaren ’80 was elke auto met een kilometerteller tot 300 km/u even exotisch als de space shuttle.
Duurste Duitse productiewagen ooit
De Sport Quattro zou ook vandaag niet ontgoochelen met zijn sprint naar 100 km/u in 4,5 seconden en een top van 248 km/u. Destijds gold hij reeds als een supercar. Van de 224 exemplaren die Audi produceerde, belandden er slechts 164 bij particuliere klanten, die 195.000 Duitse mark (99.700 euro) moesten neertellen voor wat toen de duurste Duitse productiewagen ooit was. Inmiddels zijn prijzen van 300.000 en 400.000 euro geen uitzondering meer voor een Sport Quattro.
Bon, laten we daar vooral niet veel bij stil staan en proberen te genieten achter het stuur van de Sport Quattro. Je wordt zowaar verwend met stuurbekrachtiging. Het interieur is klassiek Audi, met een goede afwerking en weinig franjes. Uitstekende stoelen ook, waar je snel op het gemak zit. Dat moet ook want eens de turbo aanpikt, schiet de Sport Quattro je een andere dimensie binnen. De vijfcilinder schreeuwt bijna zoals in de rallyvideo hieronder, een verslavend geluid waaraan je zou willen dat er geen einde kwam. De versnellingen volgen elkaar op, de glimlach om onze lippen wordt steeds groter. Genieten, tot je in de remmen moet. Dan merk je dat de Sport Quattro een rallywagen is die de beweging opzoekt. Hij danst een behoorlijk stukje rond op zijn ophanging.
“Liever Quattro”
“Eigenlijk had ik liever de Quattro dan de Sport Quattro”, vertrouwde Stig Blomqvist ons ooit toe. In zijn campagne om de wereldtitel in 1984 stapte de Zweed pas over naar de Sport Quattro toen zijn titel mathematisch vast lag. “De Sport Quattro kon op gravel heel listig uit de hoek komen. Je wist nooit goed wat je er aan had.”
Peugeot kwam op hetzelfde moment met de 205 T16 uit. Audi repliceerde nog met verschillende Evo