Op 13 juli onthulde Hyundai met flink wat trompetgeschal de volgende twee versies van de i30. Daarvoor bracht Hyundai de pers naar Düsseldorf in Duitsland, de verplaatsing mochten we met de nieuwe Hyundai i30 Wagon maken.
Geen Golf
Maar eerst heb ik een bekentenis te doen. In de eerste test van de i30 heb ik me misschien wat te veel laten meeslepen in mijn enthousiasme. Na nog een keer een opfristest te hebben gedaan met een i30, moet ik het toegeven: ik ben wat te ver gegaan door te stellen dat de nieuwe i30 op elk vlak de evenknie was van de VW Golf. Vooral omdat Volkswagen sindsdien de Golf een update gaf, waardoor alles nu weer terug bij het oude is.
Dus nee, Hyundai staat (nog) niet op gelijke voet met Volkswagen wat de kwaliteit van de gebruikte plastics in het interieur betreft. In de Koreaan tref je meer harde plastics aan en meer hol klinkende geluiden dan in de Duitser. En globaal doet de sfeer in de i30 minder luxueus aan dan in de Golf. Maar dat neemt niets weg aan de boodschap dat Hyundai blijft vooruitgang boeken, terwijl de kwaliteit van de assemblage werkelijk op een erg Duits niveau staat. Voor het overige kopieert hij ook het conservatieve design, de ernstige rijdynamiek, het algemeen comfort, de technologie en de motoren die redelijkheid voorop stellen.
602 liter
We reden de i30 Wagon uitsluitend op de snelweg, wat ons ook maar zoveel wijzer maakte. We onthouden er uit dat de combinatie van een 1.6 dieselmotor en de 7DCT-dubbelekoppelingsbak minder overtuigend is dan de vergelijkbare combinatie bij VW. En dat met de knappe kleine 1.0 driecilinder turbobenzine de vierde, vijfde en zesde versnelling van de manuele versnellingsbak wat te lang zijn.
Dat is goed voor een uitstekend verbruik op plat terrein (we tekenden een gemiddeld verbruik op de snelweg op van 6,5 l/100 km), maar het belooft minder mooi te worden wanneer deze break met een erg genereuze koffer van 602 tot 1.650 liter volgeladen op pad trekt voor de gezinsvakantie met de Alpen op het menu, of de Pyreneeën… of zelfs nog maar de E411 richting Luxemburg.
De nieuwe Hyundai i30 Wagon begint bij 20.389 euro.
Fastback
Naar Düsseldorf dan, waar we twee nieuwe i30’s ontdekten. Eerst is er de voor Hyundai nieuwe carrosserievorm in dit segment: de fastback. Misschien wel een te mooie naam voor wat een soort van vierdeurscoupé is. In dit segment is dat effectief nog steeds een onuitgegeven vorm. De achterkant doet denken aan de nieuwste generatie Mercedes’en, wat wel interessant is.
Slaat de vonk over? Bij ons niet. Maar onze ervaring vertelt ons dat dit het soort auto is dat je meer leert waarderen naarmate je hem vaker ziet opduiken in het straatbeeld. Met de kleine wijzigingen (een duidelijker uitgewerkt radiatorrooster, een bumper met meer karakter en een meer gespierde achterkant) trekt hij nu al meer aandacht dan een vijfdeurs i30, niet mis.
N
De kers op de taart was natuurlijk de i30 N, waarvan we nog maar bitter weinig wisten. Behalve dan dat hij op punt werd gezet door Albert Biermann, ex-ingenieur en tovenaar bij de M-divisie van BMW. Hij onthulde nu meer details: een 2.0 turbobenzinemotor met 250 pk en 353 Nm (275 pk met het Performance Pack), gestuurde demping, elektronisch gestuurd mechanisch sperdifferentieel aan de voorwielen, eigen kalibrering van het stuur, eigen remsysteem, kleppen in de uitlaat om het geluid te beïnvloeden, launch control, 18-duim velgen met Michelin Pilot Super Sport banden of 19-duim met Pirelli P Zero, 0 tot 100 km/u in 6,5 seconden (275 pk: 6,1), een top van 250 km/u, een volledig uitschakelbaar ESP…
We hielden ook van het discours van Hyundai, dat ver weg bleef van recordtijden op de Nürburgring (waar het performance-centrum van de constructeur gevestigd is), maar wel focuste op fun en sensaties achter het stuur. We hopen er dit najaar zo snel mogelijk achter te komen.
