Het is met een gretigheid die je een bijna zeventiger niet zou aangeven, dat de Land Rover Defender zich een weg baant door het bos, rivier, modder en al wat moeder natuur nog zijn richting uit gooit. Onverstoorbaar ploetert hij overal door, zoals je van een Defender zou verwachten. Alleen is dit geen nieuwe Defender, maar een Series I Land Rover, zeg maar de stamvader van de Defender.
Drie tellers
Zijn geboortejaar is 1949. Zijn motor is antiek, remmen zijn een theoretisch begrip en op meer dan drie tellers moet je niet rekenen: snelheid, benzine en een voltmeter. Luxe, quoi. De rode hendel activeert de veldversnellingen, de andere de klassieke versnellingen. Makkelijk zat, en zo rijdt hij ook. Het dunne stuur is je enige houvast, het canvas dak biedt nauwelijks bescherming tegen de elementen.
Een moderne Defender mag dan over elektrische ruiten en stoelverwarming beschikken, in het rijgevoel is er weinig verschil. Het gevoel dat je onstopbaar bent, is meegegaan in het dna van de verschillende generaties.
60 procent nog in gebruik
Voor de Defender loopt ergens in januari het verhaal definitief af. Dan komt er na 68 jaar een einde aan de productie van een auto die voor de eeuwigheid bestemd leek. Voor de petite histoire, van de meer dan 2 miljoen geproduceerde Defenders is nog meer dan 60 procent in actie. Momenteel maakt Land Rover de laatste reeksen, waarbij speciale hulde-exemplaren. Een blik in de fabriek is een stap terug in de tijd. Charlie en de chocoladefabriek, maar dan met auto’s. De productielijnen van de Defender weven kriskras door de moderne en cleane productie van de Range Rover Sport, de Range Rover en de Jaguar XE in Solihull. De manuele arbeid is verbazend, en af en toe komt er nog een hamer aan te pas. Wanneer een carrosserie van een Defender wordt opgetild om naar de verfafdeling te verhuizen, is het alsof een dinosaurus zich door de fabriek beweegt.
Jeep
Een dinosaurus, maar dan wel één die wereldwijd de harten heeft veroverd. Het afscheid van zo’n trouwe soldaat zal bij vele fans moeilijk worden. Het is enigszins ironisch dat een project dat startte door een Jeep ook capaciteiten te geven voor alledaags verkeer, uiteindelijk de verpersoonlijking van de ultieme 4x4 is geworden. Van de jungle in Nieuw-Guinea tot de Sahel in Afrika, de Defender kwam er overal door.
Wanneer je een moderne Defender naast de Series 1 zet, vallen vooral de gelijkenissen op. De Defender is eigenlijk nooit echt modern geworden. Een werkpaard, van zijn eerste dag tot de laatste. Neem nu de Series 1 hier, uit 1949. Eén van twee stuks die Land Rover in zijn bezit heeft. Maar een rustige dag in het museum is niets voor hem. We krijgen het testparcours rond de fabriek voor de wielen, met passages door beken en over kapotte bruggen. De ondergrond is modder, in verschillende variaties, maar die spat gewoon van onze Series 1 af. Hij ploetert met gemak overal over en door. Het enige wat de bestuurder moet doen, is af en toe naar links of rechts sturen. De rest doet hij zelf. Of dat nu 30 graden scheef, 40 graden omhoog om 21 graden naar beneden is, hij komt er wel.
Opvolger?
De laatste generatie Defender toont diezelfde vastberadenheid. Nu nog hopen dat Land Rover datzelfde karakter in de nieuwe Defender ingebakken krijgt. Wanneer die komt, staat nog niet vast. Maar hij komt. Op het gemak, zoals je van een Defender verwacht.