“Het gaat om auto’s die we ofwel dubbel hebben, ofwel geen plannen mee hebben”, zegt Denis Huille bij de Conservatoire. “We willen dat de auto’s naar echte Citroën-liefhebbers gaan, daarom zijn er geen minimumprijzen bepaald.” De verkoop overtrof de wildste verwachten, met een opbrengst van liefst 770.000 euro.Citroën Méhari 4x4 (1979)
Je zou het hem niet aangeven, maar dit was één van de pareltjes van de veiling. 4x4-versie van de Méhari zijn zeldzaam, er bestaan slechts 1.231 van. Daarvan verkocht Citroën er nu drie, die allen een erg hoge prijs haalden. Deze Méhari was er erg slecht aan toe. Hij is destijds gebruikt in een Parijse Citroën-garage, om onderdelen te vervoeren, maar ook om auto’s van werknemers uit de vlakbij gelegen Javel-fabriek van Citroën te verplaatsen. En dat ging er niet altijd even zachtzinnig aan toe. Intussen wijzen de wielen van deze Méhari alle richtingen uit en oogt zijn plastic koetswerk ronduit schabouwelijk. Citroën was tevreden geweest met 4.000 euro, het winnende bod bedroeg uiteindelijk 20.160 euro.
Citroën BX GTi (1990)
Zo goed als nieuw. Deze Citroën BX GTi heeft slechts 20.000 kilometer op de klok, en zo ziet hij er ook uit… op een geschramde achterbumper na. Een auto die stemt uit de preproductie, en dus geen chassisnummer draagt. Wat meteen ook de mogelijkheden beperkt om er iets mee te doen. Citroën gebruikte hem zelf als dienstwagen, voor hij opzij werd geparkeerd. Het gaat om een eerste generatie BX GTi, met 120 pk. De later zestienkleps-versie bracht het vermogen naar 160 pk. Hij bracht uiteindelijk 11.200 euro.
Citroën 5HP (1924)
Eentje uit de oude doos. Deze 5HP belandde uit de verzameling van Citroëns Spaanse invoerder in de reservecollectie van de Conservatoire Citroën. De 5HP was bedoeld als democratisch alternatief voor de 10HP, maar kwam helaas te laat voor André Citroën om nog zijn vel te redden binnen zijn eigen bedrijf. Citroën kon nog door, maar zonder zijn stichter. Deze 5HP tweezitter met 11 pk haalt 60 km/u. Alleen verschilt zijn uiterlijk wat van de oorspronkelijke 5HP… en mag hij dan wel een nummerplaat hebben, maar ergens tussen 1924 en nu zijn de papieren eens in een verkeerde schuif gelegd. Een probleem dat Citroën nog belooft op te lossen. Hij ging aan 14.520 euro de deur uit, meer dan het dubbele van wat Citroën verwacht had.
Citroën CX Pallas (1981)
Bij gebrek aan een DS of een SM moest deze CX Pallas uit 1980 de luxe-eer van Citroën hoog houden. Ook een preproductie-exemplaar, dat vervolgens gebruikt werd voor technische opleidingen. Wat verklaart waarom her en der een onderdeel uit het interieur ontbreekt. Hij reed toch 15.000 kilometer bijeen, en biedt enkele ongebruikelijke combinaties. Er is het blauwe velours interieur, maar ook de 2.4-injectiemotor in combinatie met de automaat is zeldzaam. De koper die 13.440 euro over had voor deze CX, zal wel de techniek van de hydraulische ophanging moeten herzien. De auto staat al zeker 20 jaar stil.
Citroën Traction Avant 11B (1953)
Een klassieker, de Traction Avant. Zijn bouwjaar 1953 legt hem vrij laat in de productie, die tot 1957 liep. Citroën weet dat hij aan de ‘Laboratoire’ onderzoeksafdeling werd geleverd, maar of hij vervolgens diende om onderdelen te ontwikkelen, dan wel een gewone dienstauto was, is inmiddels niet meer duidelijk. Wel heeft hij ‘goed gebold’, zijn teller vertoont 65.000 kilometer. Hoewel droog opgeborgen, is zijn interieur wel aan een opfrisbeurt toe. Blijkbaar was de meerwaarde om nog een Traction Avant van Citroën zelf te kunnen kopen wel wat waard. Citroën had maximaal 7.000 euro vooropgesteld, het werd het dubbele.