De alternatieve aandrijving is anno 2020 relevanter dan ooit. Want automerken slaan je om het hoofd met EV’s, plug-inhybrides, auto’s op aardgas en zelfs waterstof. Toch was het eigenlijk Toyota die de eerste groene steen worp in 1997, met de hybride-aandrijving. Een aandrijving die decennia lang onderschat (en bespot) werd maar nu eindelijk zijn plaats op heeft geëist...en Toyota geen windeieren heeft gelegd.
Slechte eerste indruk
Toch zag het er even naar uit dat Toyota de hybridetechnologie zelf naar de vaantjes had geholpen. Want zo slim de aandrijflijn, zo saai de eerste generatie Prius waarin het verpakt zat. Je wou eind jaren 90 begin jaren 2000 dan ook liever niet worden gezien in de Prius. Zelfs Amerikaanse filmsterren konden het imago niet redden.
Toyota vocht echter verder en maakte de hybridemotor gemeengoed in haar gehele line-up. Zelfs dochtermerk Lexus werd onlosmakelijk verbonden aan de hybride. Het resultaat? Op 23 jaar tijd wist Toyota (samen met Lexus) 15 miljoen hybrides te verkopen. Eén op de vijf daarvan kan je in Europa vinden. Het verbaast dan ook niet dat je vlot tienduizenden hybrides tegenkomt op Autoscout24.
Lager verbruik = lagere kosten
Maar wat is zo’n hybride nu? Wel, het idee erachter is eigenlijk simpel. Toyota’s “Hybrid Synergy Drive” gebruikt een klassieke benzinemotor die een duwtje in de rug krijgt van een kleine elektromotor en accu. De accu van die motor laadt op tijdens het rijden door bijvoorbeeld kinetische energie tijdens het remmen op te slaan.
Het resultaat is een benzinemotor die minder hard moet werken omdat de elektromotor een deel van de taken over kan nemen. Daardoor verbruikt zo’n hybride vlot een liter tot wel enkele liters minder dan een klassieke auto en daalt de CO2-uitstoot. Al zit het grootste succes van de Toyota hybride misschien wel in het feit dat ze extreem betrouwbaar zijn. Een Prius van 20 jaar oud met enkele honderdduizenden kilometers op de teller waarvan de batterij nog gewoon werkt? Geen uitzondering. Vraag dat maar aan de 15 miljoen klanten!