Test: Aston Martin Vantage – Ten aanval

De bewogen historiek van Aston Martin heeft zijn sporen nagelaten op de sportieve kwaliteiten van het merk. In 1993 kon Aston Martin, toen eigendom van Ford, zijn imago langzaamaan opnieuw opkrikken met de DB7. Daarbij speelde het merk twee troeven uit: luxe en een bijzonder knap design. Wat dat laatste betreft tapte Aston Martin de afgelopen 25 jaar wel steeds uit hetzelfde vaatje. Daarnaast kon het merk op enkele bijzondere modellen na, maar moeilijk standhouden in de vergelijking met Porsche, Ferrari en Lamborghini. Tot nu…

Spectre

In 2015 mocht James Bond in Spectre aantreden met een fictieve DB10. Daarmee kondigde Aston Martin zijn nieuwe richting aan. In 2016 kwam dan de DB11. Visueel niet meteen een voortzetting van de DB10-lijn, maar wel erg knap op zichzelf en technologisch de meest vooruitstrevende Aston Martin in decennia. Maar deze GT liet nog niet zien tot hoe ver Aston Martin wel kon gaan. Dat is nu wel het geval, en we zien ook al welke invloed de samenwerking met Mercedes-AMG heeft.

Subliem

We staan voor de nieuwe Aston Martin Vantage, een sportwagen die niet alleen de Porsche 911 alle hoeken van de kamer wil laten zien, maar ook de Lamborghini Huracan en de McLaren Sport Series.

Het eerste argument is traditioneel voor Aston: schoonheid. De Vantage is een knapperd. Je ziet ook meteen de link met de DB10 van James Bond, terwijl hij het hele merk ook aan een nieuwe uitstraling helpt. Het design is ook het resultaat van een doorgedreven zoektocht naar de best mogelijke stroomlijn. Elke vorm heeft zijn doel, en hierdoor zijn de doorgaans lelijke aerodynamische ‘hulpstukken’ hier overbodig.

Jammer wel dat de puurheid van die lijnen in contrast staat met het interieur. Hoewel hij in luxe baadt, is de presentatie van de boordplank op zijn zachtst gezegd chaotisch. En enkele details zoals de ventilatiemonden zijn resoluut te ‘cheap’ voor dit merk.

Op technologisch vlak valt er niets tegenin te brengen. Het infotainment komt van bij Mercedes, en de Aston Martin beschikt over talrijk rijhulpen in een ondersteunende functie. Ze nemen de plaats van de bestuurder aan boord niet over. Hier geen semi-autonoom rijden dus.

Aston Style

De motor komt ook van bij Mercedes, maar dan van bij AMG. Het gaat om de 4.0 V8 biturbo die doorgaans achter de 63-combinatie schuilt. Hij is wel nog bewerkt door ingenieurs van Aston Martin om meer een ‘Aston Style’ te verkrijgen. Hij is minder brutaal dan de AMG-versie en stoot wat minder de schreeuw uit van een wild dier. Overigens is de droge carter-smering vervangen door een vochtig carter, wat een compacter motorblok mogelijk maakt waardoor hij lager geplaatst kon worden en erg centraal in de auto ligt. Dat zijn ook de kenmerken van een erg evenwichtige auto. Tot slot laat Aston Martin de 7-traps dubbele koppelingsbak, om de voorkeur te geven aan een klassieke achttrapsautomaat van ZF.

Ernstig

Al meteen voel je achter het stuur dat er een nieuwe periode is aangebroken. Die tijd waarin je meteen merkte dat Astons wat onderontwikkeld en ondergefinancierd waren, is voorbij. De Aston Martin Vantage voelt meteen compact, consistent en ernstig aan. Je voelt hoe het stijve onderstel briljant gecompenseerd wordt door de gestuurde ophanging die in de normale rijmodus een uitstekend comfort biedt voor alledaags gebruik. Toch blijft het sportieve gevoel steeds overheersen. Bij gewoon rijden voelt hij al subliem aan. Vooral omdat de motor wat beschaafder lijkt, met de ZF die misschien wel zachtere schakelbewegingen maakt dan de AMG-bak. Maar we zijn niet gekomen om te wandelen, natuurlijk.

In de sportmodus is de verrassing het grootst. De Aston Martin Vantage reageert erg nauwgezet. Zijn voortrein bijt zich vast, het stuur geeft voldoende feedback. De motor klinkt wat wilder, en de achterkant legt de nodige speelsheid aan de dag. Dit lijkt een quasi perfect afgestelde auto. Hij is een echte sportwagen, agressief en speels, die de vergelijking met zijn concurrenten moeiteloos doorstaat. Hij brengt Aston Martin opnieuw in het spel. Enige nadeel: de automaat. Die doet zijn werk en laat je toe om de 510 pk en 685 Nm aan de achterwielen ten volle te benutten, maar in sommige extreme omstandigheden geeft hij niet thuis. Zoals wanneer je vraagt om bij hoge toerentallen nog terug te schakelen. Iets wat met een herprogrammering van de software zou kunnen worden opgelost. Maar het gevoel dat blijft is er één van een erg sportieve Aston Martin Vantage die op het niveau van de concurrentie speelt. Misschien wel de beste auto die het merk sinds de DB6 op de markt gooide. En dat terwijl Aston Martin zegt dat dit nog maar het begin is.