Test: Audi A7 Sportback – Spitsvondig en knap

Laten we Mercedes de eer toebedelen die het toekomt. Het was dit merk dat in 2004 de hedendaagse vierdeurs coupé uitvond met de CLS. Een concept dat vriend en vijand wist te overtuigen. Audi kwam zo zelf op de proppen met de A5 Sportback in 2009 en de A7 Sportback in 2010. Vandaag kijken we naar een nieuwe generatie van de grote Sportback. Hij meet 4,97 meter in de lengte, voor 1,42 meter hoogte. Onderhuids schuilt het platform van de nieuwe Audi A6, een platform dat een mix brengt van staal en aluminium. Maar vooral in het interieur zie je de Audi A7 Sportback evolueren.

Iemand nog een scherm?

Het interieur is ondergedompeld in een sfeer van luxe, de afwerking flirt met de perfectie. Audi voegt verschillende schermen toe. In de middenconsole zijn er al twee verwerkt, waarmee je het multimediasysteem bedient, de navigatie, maar ook de verschillende comfortuitrustingen. Hierdoor zijn er vrijwel geen fysieke knoppen meer te vinden op de boordplank, alles verloopt via aanraakschermen.

Ook de klassieke tellers achter het stuur kan je vervangen door een 12,3-duim groot digitaal scherm, de Audi Virtual Cockpit (vanaf 2.662 euro). Daarop kan je ook de navigatiekaart weergeven in groot formaat. Deze Audi A7 Sportback straalt dus een bijzonder hi-tech sfeertje uit. We geven toe, het duurt even vooraleer je er je weg in hebt gevonden. Maar na een tijdje raak je er aan gewend.

Liever met 4 dan met 5

Standaard komt de Audi A7 Sportback met twee aparte stoelen achteraan. Wie een achterbank wil met drie plaatsen, krijgt daar een rekening van 363 euro voor. Een optie die we u eigenlijk afraden, want de plaats in het midden is smal en de hoofdruimte achteraan is er beperkt. De plaatsen opzij zijn daarentegen ruim bemeten en comfortabeler dan voorheen. De koffer blijft identiek aan de vorige generatie: met de achterbank op zijn plaats is er ruimte voor 535 liter. De achterbank kan wel plat om langere voorwerpen te vervoeren.

Eerst de nobele motoren

Bij de lancering ziet Audi het vooral groots. Wie de Audi A7 Sportback wil, moet zich kunnen vinden in de keuze tussen twee V6-motoren. Daarbij is er een 3.0 TDI met 286 pk (50 TDI bij Audi) en een 3.0 benzine met 340 pk (55 TFSI). De dieselmotor krijgt een achttrapsautomaat met klassieke koppelomvormer. Hij schakelt zacht, maar minder snel dan de zeventraps dubbelekoppelingsbak van de benzineversie. In beide gevallen stuurt de motor het vermogen naar de vier wielen (permanent in he geval van de diesel, wanneer nodig in het geval van de benzine), wat een feilloze grip oplevert. Beide motoren zijn erg verfijnd, en beide quasi even snel. De TFSI haalt 100 km/h in 5,3 seconden, de TDI in 5,7 seconden.

Vierwielsturing

Deze grote limousine weegt om en bij 2 ton, maar slaagt erin dat te doen vergeten in de bochten. Op voorwaarde dat je opteert voor de vierwielsturing (2.299 euro), die hem meer wendbaarheid schenkt in de bochten. Nu we toch bezig zijn, raden we u ook de pneumatische ophanging aan (2.408 euro) die de inzittenden op een luchtkussen legt. Zacht, maar nooit wollig. Deze Audi steekt natuurlijk ook vol rijhulpen, het menu bestaat in totaal uit 39 assistentiesystemen. Hij kan kortstondig zelfstandig sturen over grote wegen, terwijl hij een veilige afstand tot zijn voorligger in acht neemt. Maar wanneer de belijning niet ideaal is, of wanneer de bocht te scherp wordt, gaat het systeem nog in de fout. Aandachtig blijven is dus de boodschap. De nieuwe Audi A7 Sportback kan je ook via je smartphone op afstand (vlakbij weliswaar) parkeren, zonder dat je in de auto zit.

Duur, erg duur

De nieuwe Audi A7 Sportback is erg goed uitgewerkt en bijzonder aangenaam in het verkeer… en voor het oog. Maar hij is ook duur, zeker met de motorkeuzes die Audi nu naar voor schuift. De TDI kost 69.900 euro, de TFSI 71.500 euro. En dan moet je nog aan de optielijst beginnen, die de prijs al snel nog veel hoger jaagt. Binnen enkele maanden staan wel nog viercilindermotoren gepland, die de rekening een stuk moeten doen zakken.